“Al sinds 2015 neemt Sanquin maatregelen om meer mannen die seks hebben met mannen (MSM) te kunnen toelaten als donor”, stelt Tjark Tjin-A-Tsoi. “Nu passen we onze risicogroepenbenadering aan naar een meer individuele inschatting van risico’s voor de veiligheid van bloed. We verwachten dat hiermee enkele honderden geïnteresseerden zich zullen aanmelden als donor.”
Sanquin heeft actief gezocht naar de mogelijkheid om het donorbeleid op verantwoorde wijze te verruimen. Nederland blijft met deze ontwikkeling in de wereldwijde voorhoede op het gebied van donatiebeleid voor MSM én op het gebied van transfusieveiligheid. De bloedbank, die onderdeel is van Sanquin, stelt daarmee zowel patiëntveiligheid als gelijke behandeling als uitgangspunt van het toelatingsbeleid.
Verandering van beleid
Uitgangspunt van de bloeddonaties door MSM wordt dat de relatie al minstens 12 maanden duurt en dat de partners uitsluitend met elkaar seksueel contact hebben. Die termijn is gekozen omdat partners dan hun relatie goed kunnen inschatten, en eventuele besmettingen binnen de relatie al aan het licht zijn gekomen.
Hiervoor hanteerde Sanquin op het gebied van MSM een risicogroepenbenadering. Daarbij krijgen mensen met verhoogd risico op het dragen van een bloedoverdraagbare infectie tijdelijk uitstel van bloed doneren. Dat geldt voor MSM, maar bijvoorbeeld ook mensen die hebben gereisd in malariagebieden of mensen die lang in een gebied geweest zijn waar de menselijke variant van Creutzfeldt-Jakob voorkomt.
Die groepsbenadering is gebaseerd op empirisch-wetenschappelijke data, die bij MSM in Nederland relatief veel vaker bloedoverdraagbare infecties aantonen in vergelijking met diegenen die uitsluitend heteroseksueel contact hebben. Dat resulteert al jaren in een van de meest veilige bloedvoorzieningen ter wereld. Echter, het zorgt er ook voor dat mensen onnodig worden uitgesloten van het bloeddonorschap.
Volgende etappe
Het voornemen is om in de toekomst ook MSM zonder vaste partner op een veilige manier als bloeddonor te kunnen accepteren. Daarover wordt in 2022 duidelijkheid gegeven. In de voorbereiding op de volgende stap wordt de bloedveiligheid na de huidige verruiming van de regels uiteraard goed in de gaten gehouden. De insteek is om gericht te vragen naar gedrag dat het risico op bloedoverdraagbare infecties verhoogt.
Daphne Thijssen, directeur van Sanquin Bloedbank, licht dat proces toe: “Dat lijkt eenvoudig, maar dat is het niet. Net als bij de eerste stap onderzoeken we hoe we met een set gerichte en getoetste vragen snel en accuraat gedrag met hoger risico vinden. Tot hoever vraag je door? Wanneer vindt een donor het ongemakkelijk om te antwoorden? Dekken de vragen de risico’s voldoende af? We gebruiken de tijd om dit te onderzoeken en voor te bereiden.”
Op basis van Sanquins onderzoeken, gecombineerd met de zeer gevoelige bloedtesten, kan deze stap veilig genomen worden. “Patiënten moeten kunnen blijven vertrouwen op een voortdurend veilige bloedvoorraad”, benadrukt Thijssen. “We volgen bij elke stap nauwgezet de daadwerkelijke effecten op de veiligheid van transfusies, en grijpen in als daar enige aanleiding toe is.”