Hoe lang ze al donor is, kan Lisan zich niet precies herinneren. “Een collega op het werk vroeg ooit of ik een keer mee wilde gaan naar de bloedbank. Dat leek me wel interessant, ik heb ook geen angst voor naalden of zo. Bovendien help je als donor andere mensen.”
Ook bloed- of plasmadonor worden? Meld je aan!
Veel stress
Sinds dat eerste bezoek heeft Lisan 54 keer bloed gedoneerd, altijd moeiteloos. Tot de laatste keer, een paar maanden terug. Lisan: “Tijdens de medische keuring zei de donorarts tegen me: ‘Weet je dat je een onregelmatig hartritme hebt?’. Ik keek haar verbaasd aan, want ik had zelf nergens last van. Ja, ik had veel stress in mijn leven, dat wel. Mijn vader had net daarvoor vanwege hartproblemen in het ziekenhuis gelegen en vervolgens werd er ook nog darmkanker bij hem geconstateerd. En ook mijn moeder had wegens gezondheidsproblemen in het ziekenhuis gelegen. Maar ik dacht dat ik zelf helemaal gezond was.”
“Ik dacht dat ik zelf helemaal gezond was”
Zwaar bonkend hart
Ze besloot op advies van de donorarts toch maar langs de huisarts te gaan, die een hartfilmpje liet maken. Opnieuw was een onregelmatig hartritme te zien. Bij een bezoek aan een cardioloog werd duidelijk dat Lisan een hartritmestoornis had, waarvoor ze medicijnen kreeg. “Toen ik eenmaal in het onderzoekstraject zat, merkte ik zelf ook dat mijn hart af en toe zwaar bonkte”, zegt ze. “Maar als die donorarts van Sanquin mij hier niet op had gewezen, had ik nooit geweten dat ik een ritmestoornis had. Heel fijn hoor, die controle van je gezondheid op de bloedbank. Het is ook de eerste keer dat ik ergens last van heb; ik ben eigenlijk nooit ziek.”
Aanpassing
Ernstig is de hartritmestoornis niet, volgens Lisan. “Mijn cardioloog zei dat zo’n beetje half Nederland hier last van heeft. Ik slik de medicijnen inmiddels niet meer. Ik leef gezond, eet goed en wandel regelmatig met mijn buurvrouw. Ik heb wel op mijn werk wat aangepast: ik werk in een orchideeënkwekerij en maak daar vaak lange dagen. Vroeger moest ik het merendeel van de tijd staan, tegenwoordig zorg ik dat ik meer mag zitten tijdens werkzaamheden.”
“Ik weet heel goed waarvoor ik het doe”
Hard nodig
Lisan kijkt enorm uit naar het moment dat ze weer mag doneren. “De donorarts heeft geadviseerd in ieder geval een half jaar niet te doneren, om daarna te beoordelen of het weer mag. Ik snap dat ze dat doen uit veiligheidsoverwegingen; ze bewaken de gezondheid van donors goed. Maar ik wil graag weer komen. Ik voel me prima nu. En het donorbloed is hard nodig hè? Dat heb ik zelf van dichtbij meegemaakt, want zowel mijn vader als mijn moeder heeft een paar zakjes bloed nodig gehad tijden hun behandeling. Dus ik weet heel goed waarvoor ik het doe.”