Het Big Data Donor Health (BDDH) project onderzoekt het beleid van bloedbanken wereldwijd rondom ijzermanagement voor bloeddonoren en de impact hiervan op de gezondheid van donoren, met behulp van grootschalige data die routinematig door bloedbanken worden verzameld. Met deze data ontwikkelen en valideren we (predictie)modellen die bloedbanken ondersteunen bij het vormgeven van hun ijzermanagement beleid voor donoren.
We maken gebruik van donordatabases, die een groot aantal donaties van het afgelopen decennium bevatten. Aangezien routinematig verzamelde data beperkingen kent, richt het project zich ook op het verbeteren van dataverzamelingsmethoden bij bloedbanken om beter onderzoek mogelijk te maken en de operationele efficiëntie te verhogen.
Door samen te werken met internationale bloedbanken binnen en buiten de EU kunnen we onze modellen valideren en zo beleidsuitkomsten verbeteren. Deze samenwerkingen stellen ons bovendien in staat om de effecten van verschillende beleidsmaatregelen (zoals ijzersuppletie en uitstelstrategieën) op donorgezondheid en de prestaties van predictiemodellen te onderzoeken.
Publicaties over het Big Data Donor Health project vindt u hier.
"}},{ "@type": "Question","name": "Donor InZicht","acceptedAnswer": {"@type": "Answer","text": "Donor InZicht heeft drie meetrondes gehad (2007, 2012 en 2015). Het doel van deze studie was om inzicht te krijgen in de karakteristieken, gezondheid en motivatie van donors door middel van vragenlijsten. De vragenlijst ging onder andere over motivaties en belemmeringen om te doneren en de leefstijl, gezondheid en familie van de donor. Deze vragenlijstgegevens werden gekoppeld aan de donatiegegevens van de donor. Bij de laatste ronde van Donor InZicht (DIZ-III) in
2015 - 2016 hebben drieduizend donors vragenlijsten ingevuld en bloed gegeven voor aanvullend onderzoek. Bij deze ronde is het DNA en de ijzerstatus van donors nader onderzocht. Ook is onderzocht of de leefstijl en omgeving van de donor samenhangt met verschillen in afbraak van bloedcellen of het vetgehalte in het bloed. Daarnaast onderzochten we of het (regelmatig) doneren van bloed invloed heeft op fysieke activiteit. Een deel van de deelnemers van Donor InZicht-III heeft een week lang een beweegmeter gedragen zodat wij nog beter inzicht konden krijgen in de fysieke activiteit van donors. Zijn donors die regelmatig doneren actief in het dagelijks leven? Of leidt veelvuldig doneren misschien tot minder fysieke activiteit?
Resultaten van Donor InZicht zijn na te lezen in deze wetenschappelijke publicaties.
"}},{ "@type": "Question","name": "FIND+","acceptedAnswer": {"@type": "Answer","text": "Het herstel van de ijzervoorraad na een bloeddonatie verloopt voor elke donor anders. Om hier meer inzicht in te krijgen zijn van 300 nieuwe donors de ijzervoorraden (ferritinewaarden) gemeten van alle donaties die zij in twee jaar hebben gedaan. Dit onderzoek toont aan dat ijzervoorraden afnemen bij vrijwel alle bloeddonors. Hoe snel dit afneemt, hangt vooral af van hun ferritineniveau voordat ze beginnen met doneren; hoe hoger hoe sneller de daling. JCM| Free Full-Text | Ferritin Trajectories over Repeated Whole Blood Donations: Results from the FIND+ Study (mdpi.com)
"}},{ "@type": "Question","name": "FIND’EM","acceptedAnswer": {"@type": "Answer","text": "Voor Sanquin heeft de gezondheid van de donors topprioriteit. Daarom meten we al jaren het hemoglobinegehalte (Hb) in het bloed van donors. Hemoglobine is belangrijk voor de rode bloedcellen om zuurstof door het lichaam te vervoeren. Daar is ijzer voor nodig. Sinds 2017 meten we ook de ferritinewaarde, een maat voor de ijzervoorraad in het lichaam. Als het ferritine te laag is moet de donor langer wachten voordat die weer mag doneren, om te voorkomen dat er een ijzertekort ontstaat.
Onderzoek van Sanquin heeft nu aangetoond dat dit beleid heel goed werkt. Door de tijd tussen twee donaties te verlengen tot een half jaar of een jaar, afhankelijk van de ferritinewaarde, hebben donors minder vaak een te laag Hb of
een ijzertekort. Zij hebben nu langer de tijd om hun ijzervoorraad aan te vullen voordat ze opnieuw bloed geven. Met de stapsgewijze invoering van dit beleid en extra metingen en vragenlijsten, heeft Sanquin systematisch de gevolgen van dit beleid kunnen onderzoeken.
Sanquinonderzoekers Katja van den Hurk en Amber Meulenbeld hebben dit onderzoek onlangs gepubliceerd in The Lancet. Dit toonaangevende medische tijdschrift publiceerde het artikel op Wereld Bloeddonordag. Een mooie erkenning van ons onderzoek! Het onderzoek heeft dan ook wereldwijde impact, want Sanquin was de eerste die op zo’n grote schaal ferritine ging meten om donatie-intervallen daarop af te stemmen.
https://doi.org/10.1016/S0140-6736(24)01085-7
"}},{ "@type": "Question","name": "FORTE","acceptedAnswer": {"@type": "Answer","text": "
In Nederland gelden momenteel richtlijnen voor bloeddonoren met lage ferritinewaarden, waaronder langere intervallen tussen donaties. IJzersupplementen zouden een alternatief kunnen zijn om de hersteltijd van ijzervoorraden te verkorten, maar de invloed hiervan op de gezondheid en het gedrag van donoren is grotendeels onbekend. Het FORTE-onderzoek evalueert daarom verschillende ijzersupplementatieprotocollen op bloedmarkers, gezondheid en gedrag van donoren, vergeleken met placebo.
Bloeddonoren met lage ferritinewaarden namen deel aan een gerandomiseerde studie met ijzer- of placebosupplementen, in verschillende frequenties en doseringen. Via bloedmonsters en vragenlijsten werden ferritine- en hemoglobinewaarden, symptomen van ijzertekort, leefgewoonten en algemene gezondheid gemeten.
Publicaties over het FORTE onderzoek vindt u hier.
"}},{ "@type": "Question","name": "SUPPLY","acceptedAnswer": {"@type": "Answer","text": "Veel landen in Europa, waaronder ook Nederland, zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van medicijnen gemaakt uit plasma uit het buitenland (voornamelijk uit Noord-Amerika). Om op de lange termijn te zorgen dat we in Europa voldoende aanbod van medicatie gemaakt uit plasma hebben, moeten we zorgen dat we binnen Europa meer plasma inzamelen. Het doel van het SUPPLY project is dan ook om de inzameling van (non-profit) plasma-inzamelaars in de EU te verhogen, terwijl we tegelijkertijd zorg dragen voor de gezondheid van de plasmadonor en er een optimale beschikbaarheid is van plasma-gebaseerde medicatie voor patiënten binnen de EU die dit nodig hebben. Donorstudies is betrokken bij twee deelprojecten van SUPPLY. Het ene deelproject gaat over de werving en behoud van plasmadonors. Binnen dit deelproject worden antwoorden gezocht op vragen als “Hoe kunnen bloedbanken in de EU het beste communiceren met potentiële donors?” en “Welke strategie werkt het beste om te zorgen dat plasmadonors terug blijven komen om te doneren?”.
Het andere deelproject gaat over het beschermen van de gezondheid van de donors. Zo wordt er bijvoorbeeld gekeken naar welke maatregelen bloedbanken uit verschillende landen nu al nemen om de donorgezondheid te beschermen om zo van elkaar te leren. Daarnaast wordt er ook gekeken naar de effecten van het doneren zelf op de gezondheid van de donor, zodat donors niet overvraagd worden.
- Systematic review: https://doi.org/10.1016/j.tmrv.2024.150851
- Commentary: https://doi.org/10.1111/trf.17601
- Scoping review: https://doi.org/10.1111/vox.13544
Bekijk de actuele Donorstudies: Donor Health
- Big Data Donor Health
Het Big Data Donor Health (BDDH) project onderzoekt het beleid van bloedbanken wereldwijd rondom ijzermanagement voor bloeddonoren en de impact hiervan op de gezondheid van donoren, met behulp van grootschalige data die routinematig door bloedbanken worden verzameld. Met deze data ontwikkelen en valideren we (predictie)modellen die bloedbanken ondersteunen bij het vormgeven van hun ijzermanagement beleid voor donoren.
We maken gebruik van donordatabases, die een groot aantal donaties van het afgelopen decennium bevatten. Aangezien routinematig verzamelde data beperkingen kent, richt het project zich ook op het verbeteren van dataverzamelingsmethoden bij bloedbanken om beter onderzoek mogelijk te maken en de operationele efficiëntie te verhogen.
Door samen te werken met internationale bloedbanken binnen en buiten de EU kunnen we onze modellen valideren en zo beleidsuitkomsten verbeteren. Deze samenwerkingen stellen ons bovendien in staat om de effecten van verschillende beleidsmaatregelen (zoals ijzersuppletie en uitstelstrategieën) op donorgezondheid en de prestaties van predictiemodellen te onderzoeken.
Publicaties over het Big Data Donor Health project vindt u hier.
- Donor InZicht
Donor InZicht heeft drie meetrondes gehad (2007, 2012 en 2015). Het doel van deze studie was om inzicht te krijgen in de karakteristieken, gezondheid en motivatie van donors door middel van vragenlijsten. De vragenlijst ging onder andere over motivaties en belemmeringen om te doneren en de leefstijl, gezondheid en familie van de donor. Deze vragenlijstgegevens werden gekoppeld aan de donatiegegevens van de donor. Bij de laatste ronde van Donor InZicht (DIZ-III) in
2015 - 2016 hebben drieduizend donors vragenlijsten ingevuld en bloed gegeven voor aanvullend onderzoek. Bij deze ronde is het DNA en de ijzerstatus van donors nader onderzocht. Ook is onderzocht of de leefstijl en omgeving van de donor samenhangt met verschillen in afbraak van bloedcellen of het vetgehalte in het bloed. Daarnaast onderzochten we of het (regelmatig) doneren van bloed invloed heeft op fysieke activiteit. Een deel van de deelnemers van Donor InZicht-III heeft een week lang een beweegmeter gedragen zodat wij nog beter inzicht konden krijgen in de fysieke activiteit van donors. Zijn donors die regelmatig doneren actief in het dagelijks leven? Of leidt veelvuldig doneren misschien tot minder fysieke activiteit?Resultaten van Donor InZicht zijn na te lezen in deze wetenschappelijke publicaties.
- FIND+
Het herstel van de ijzervoorraad na een bloeddonatie verloopt voor elke donor anders. Om hier meer inzicht in te krijgen zijn van 300 nieuwe donors de ijzervoorraden (ferritinewaarden) gemeten van alle donaties die zij in twee jaar hebben gedaan. Dit onderzoek toont aan dat ijzervoorraden afnemen bij vrijwel alle bloeddonors. Hoe snel dit afneemt, hangt vooral af van hun ferritineniveau voordat ze beginnen met doneren; hoe hoger hoe sneller de daling. JCM| Free Full-Text | Ferritin Trajectories over Repeated Whole Blood Donations: Results from the FIND+ Study (mdpi.com)
- FIND’EM
Voor Sanquin heeft de gezondheid van de donors topprioriteit. Daarom meten we al jaren het hemoglobinegehalte (Hb) in het bloed van donors. Hemoglobine is belangrijk voor de rode bloedcellen om zuurstof door het lichaam te vervoeren. Daar is ijzer voor nodig. Sinds 2017 meten we ook de ferritinewaarde, een maat voor de ijzervoorraad in het lichaam. Als het ferritine te laag is moet de donor langer wachten voordat die weer mag doneren, om te voorkomen dat er een ijzertekort ontstaat.
Onderzoek van Sanquin heeft nu aangetoond dat dit beleid heel goed werkt. Door de tijd tussen twee donaties te verlengen tot een half jaar of een jaar, afhankelijk van de ferritinewaarde, hebben donors minder vaak een te laag Hb of
een ijzertekort. Zij hebben nu langer de tijd om hun ijzervoorraad aan te vullen voordat ze opnieuw bloed geven. Met de stapsgewijze invoering van dit beleid en extra metingen en vragenlijsten, heeft Sanquin systematisch de gevolgen van dit beleid kunnen onderzoeken.Sanquinonderzoekers Katja van den Hurk en Amber Meulenbeld hebben dit onderzoek onlangs gepubliceerd in The Lancet. Dit toonaangevende medische tijdschrift publiceerde het artikel op Wereld Bloeddonordag. Een mooie erkenning van ons onderzoek! Het onderzoek heeft dan ook wereldwijde impact, want Sanquin was de eerste die op zo’n grote schaal ferritine ging meten om donatie-intervallen daarop af te stemmen.
https://doi.org/10.1016/S0140-6736(24)01085-7
- FORTE
In Nederland gelden momenteel richtlijnen voor bloeddonoren met lage ferritinewaarden, waaronder langere intervallen tussen donaties. IJzersupplementen zouden een alternatief kunnen zijn om de hersteltijd van ijzervoorraden te verkorten, maar de invloed hiervan op de gezondheid en het gedrag van donoren is grotendeels onbekend. Het FORTE-onderzoek evalueert daarom verschillende ijzersupplementatieprotocollen op bloedmarkers, gezondheid en gedrag van donoren, vergeleken met placebo.
Bloeddonoren met lage ferritinewaarden namen deel aan een gerandomiseerde studie met ijzer- of placebosupplementen, in verschillende frequenties en doseringen. Via bloedmonsters en vragenlijsten werden ferritine- en hemoglobinewaarden, symptomen van ijzertekort, leefgewoonten en algemene gezondheid gemeten.
Publicaties over het FORTE onderzoek vindt u hier.
- SUPPLY
Veel landen in Europa, waaronder ook Nederland, zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van medicijnen gemaakt uit plasma uit het buitenland (voornamelijk uit Noord-Amerika). Om op de lange termijn te zorgen dat we in Europa voldoende aanbod van medicatie gemaakt uit plasma hebben, moeten we zorgen dat we binnen Europa meer plasma inzamelen. Het doel van het SUPPLY project is dan ook om de inzameling van (non-profit) plasma-inzamelaars in de EU te verhogen, terwijl we tegelijkertijd zorg dragen voor de gezondheid van de plasmadonor en er een optimale beschikbaarheid is van plasma-gebaseerde medicatie voor patiënten binnen de EU die dit nodig hebben. Donorstudies is betrokken bij twee deelprojecten van SUPPLY. Het ene deelproject gaat over de werving en behoud van plasmadonors. Binnen dit deelproject worden antwoorden gezocht op vragen als “Hoe kunnen bloedbanken in de EU het beste communiceren met potentiële donors?” en “Welke strategie werkt het beste om te zorgen dat plasmadonors terug blijven komen om te doneren?”.
Het andere deelproject gaat over het beschermen van de gezondheid van de donors. Zo wordt er bijvoorbeeld gekeken naar welke maatregelen bloedbanken uit verschillende landen nu al nemen om de donorgezondheid te beschermen om zo van elkaar te leren. Daarnaast wordt er ook gekeken naar de effecten van het doneren zelf op de gezondheid van de donor, zodat donors niet overvraagd worden.
- Systematic review: https://doi.org/10.1016/j.tmrv.2024.150851
- Commentary: https://doi.org/10.1111/trf.17601
- Scoping review: https://doi.org/10.1111/vox.13544
Als donor is het mogelijk dat je een keer wordt uitgesteld als je wilt komen doneren. Bijvoorbeeld omdat je een te lage hemoglobinewaarde hebt, omdat je pasgeleden op reis bent geweest of omdat je recent een tatoeage hebt laten zetten. Een deel van de donors die op de bloedbanklocatie uitgesteld wordt, komt niet meer terug om opnieuw te doneren. Uit ons onderzoek bleek dat vooral nieuwe en gereactiveerde donors vaker niet meer terugkwamen, terwijl zij ook al een groter risico hadden om uitgesteld te worden (Spekman, Van Tilburg & Merz, 2019). In een poging om de uitstel-ervaring minder onprettig te maken (en zo uitval van donors te voorkomen), deden we daarnaast een grootschalig veldonderzoek waarbij we verschillende methodes uitprobeerden om uitgestelde donors te motiveren om terug te komen (Spekman, Van Tilburg, & Merz, 2022).
De resultaten daarvan lieten zien dat het aanbieden van een alternatieve goede daad (zoals een kaartje schrijven voor een patiënt, of het invullen van een vragenlijst om Sanquin meer inzicht in haar donors te geven) niet leidde tot een hogere terugkeer. Tegelijkertijd vonden we wél een hogere terugkeer bij de groep donors die na uitstel een folder kreeg met daarin uitleg over het nut van uitstel voor zowel de patiënt als de donor zelf. Soortgelijke bevindingen komen ook naar voren uit ander onderzoek. Sanquin zou er – met het oog op donorbehoud – dus goed aan doen om meer aandacht te geven aan donors die een uitstel krijgen, vooral als dit uitstel op de bloedbank- locatie plaatsvindt.
Meer weten over dit project en soortgelijke projecten? Bezoek dan eens de Donor Research website: www.donor-research.org
"}},{ "@type": "Question","name": "DONORS","acceptedAnswer": {"@type": "Answer","text": "Waarom helpen mensen vreemden terwijl het henzelf iets kost, bijvoorbeeld met het doneren van bloed? Onderzoek dat hiernaar gedaan is, is tegenstrijdig, versplinterd over verschillende disciplines, beperkt tot onderzoek binnen één land en houdt geen rekening met het dynamische karakter van pro-sociaal gedrag. Het DONORS-project heeft een model ontwikkeld wat wel rekening houdt met deze elementen.
Meer informatie over dit project kan gevonden worden op www.donor-research.org
"}},{ "@type": "Question","name": "Plasma Only Please","acceptedAnswer": {"@type": "Answer","text": "In 2020 opende Sanquin in Utrecht een donatiecentrum waar alleen plasma gedoneerd kan worden: de Powerbank. Omdat de Powerbank door Sanquin gebruikt wordt als proeftuin voor het efficiënter en donor- vriendelijker inzamelen van plasma, is het mogelijk dat de ervaring van donors bij de Powerbank anders is dan plasmadonors bij andere bloedbanken. In het POP-project evalueerden we hoe donors de Powerbank ervaren, of er verschillen zijn tussen Powerbank-donors en plasmadonors van andere donatiecentra, en welk effect het Donordruppels-spaarprogramma heeft op hun donatiegedrag.
Voor meer informatie over dit en soortgelijke projecten, check de website www.donor-research.org
"}},{ "@type": "Question","name": "Donorcommunicatie en sociale media","acceptedAnswer": {"@type": "Answer","text": "Om ervoor te zorgen dat er voldoende bloed in Nederland beschikbaar is, maakt Sanquin steeds meer gebruik van sociale media voor het communiceren met en het werven en behouden van donors. In dit project hebben we onder andere een analyse gedaan van barrières om te doneren die op social media besproken worden. Daarnaast hebben we getest op het volgen van Sanquin op Facebook donor carrières positief kan beïnvloeden.
"}},{ "@type": "Question","name": "SUPPLY","acceptedAnswer": {"@type": "Answer","text": "Veel landen in Europa, waaronder ook Nederland, zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van medicijnen gemaakt uit plasma uit het buitenland (voornamelijk uit Noord-Amerika). Om op de lange termijn te zorgen dat we in Europa voldoende aanbod van medicatie gemaakt uit plasma hebben, moeten we zorgen dat we binnen Europa meer plasma inzamelen. Het doel van het SUPPLY project is dan ook om de inzameling van (non-profit) plasma-inzamelaars in de EU te verhogen, terwijl we tegelijkertijd zorg dragen voor de gezondheid van de plasmadonor en er een optimale beschikbaarheid is van plasma-gebaseerde medicatie voor patiënten binnen de EU die dit nodig hebben. Donorstudies is betrokken bij twee deelprojecten van SUPPLY. Het ene deelproject gaat over de werving en behoud van plasmadonors. Binnen dit deelproject worden antwoorden gezocht op vragen als “Hoe kunnen bloedbanken in de EU het beste communiceren met potentiële donors?” en “Welke strategie werkt het beste om te zorgen dat plasmadonors terug blijven komen om te doneren?”.
Het andere deelproject gaat over het beschermen van de gezondheid van de donors. Zo wordt er bijvoorbeeld gekeken naar welke maatregelen bloedbanken uit verschillende landen nu al nemen om de donorgezondheid te beschermen om zo van elkaar te leren. Daarnaast wordt er ook gekeken naar de effecten van het doneren zelf op de gezondheid van de donor, zodat donors niet overvraagd worden.
- Systematic review: https://doi.org/10.1016/j.tmrv.2024.150851
- Commentary: https://doi.org/10.1111/trf.17601
- Scoping review: https://doi.org/10.1111/vox.13544
Met als doel grote verbeteringen te brengen in het leven van patiënten en families die getroffen zijn door sikkelcelanemie en Diamond-Blackfan anemie syndroom, ontwikkelt het TRACER-consortium innovatieve celtherapieën met curatief potentieel. Het ontwikkelen van dergelijke celtherapieën is afhankelijk van de donatie van bloed van zowel gezonde donoren als van getroffen patiënten. Hun donaties worden gebruikt om geïnduceerde pluripotente stamcellen (iPSCs) te produceren.
Het implementeren van dergelijke therapieën brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee, niet alleen richting individuele donoren van cellen (of cellijnen) en patiënten, maar ook richting de samenleving als geheel. In lijn met de vereisten van Responsible Research & Innovation (RR&I), introduceren we een ethisch raamwerk gebaseerd op vier criteria om het werk van ons consortium te begeleiden: Beschikbaarheid, Aanvaardbaarheid, Toegankelijkheid en Betaalbaarheid (het 4A-raamwerk).
Ons RR&I werkpakket legt de verbinding met alle relevante belanghebbenden: de consortiumpartners die de therapieën eerst beschikbaar moeten maken; de patiënten, hun families, patiëntenorganisaties en de cel-donoren voor wie de opties aanvaardbaar moeten zijn; de clinici en zorgorganisaties voor wie de therapieën toegankelijk moeten worden; en de partijen betrokken bij besluitvorming in het zorgbeleid en de wetgeving voor wie de therapieën betaalbaar en legaal moeten zijn
"}},{ "@type": "Question","name": "Learning to Donate","acceptedAnswer": {"@type": "Answer","text": "
Niet alleen in Nederland, maar ook in veel andere Europese landen, vergrijst de algemene bevolking. Dit betekent dat in de toekomst meer mensen bloedproducten nodig zullen hebben als onderdeel van hun medische behandelingen. Daarnaast is er een dringende behoefte om onze donorbasis te diversifiëren door meer mensen uit etnische minderheidsgroepen aan te trekken. De huidige donorbasis weerspiegelt onvoldoende de etnische diversiteit van de bevolking. Een etnisch representatieve bloeddonorbasis is van vitaal belang voor zorgverleners om een effectieve matching tussen donoren en ontvangers te kunnen waarborgen. Bovendien staan we zowel op lokaal niveau (Nederland) als op Europees niveau voor een tekort aan plasma. Hoe kunnen we zorgen voor een stabiele, representatieve en duurzame bloed- en plasmadonorbasis?
Een van de belangrijkste obstakels die mensen tegenkomen bij het doneren van bloedproducten is een gebrek aan bewustzijn. Dit betekent dat mensen geen bloed of plasma doneren omdat ze niet weten dat hun donatie nodig is, of
bijvoorbeeld niet weten wat plasma precies is. Daarom richten we ons in het \"Learning to Donate\" (Learn-Do) project op het bestuderen van hoe mensen leren doneren, en we ontwikkelen en testen interventies die gericht zijn op het vergroten van kennis over bloed- en plasmadonatie.
Voor meer informatie over dit project, bezoek https://www.donor-research.org
"}},{ "@type": "Question","name": "IDEAL","acceptedAnswer": {"@type": "Answer","text": "Bloedtransfusies zijn een belangrijke therapie bij de behandeling en preventie van complicaties bij patiënten met sikkelcelziekte (SCD) en thalassemie. Echter, deze transfusies kunnen leiden tot een probleem genaamd allo-immunisatie,
waarbij het immuunsysteem van de patiënt reageert op het getransfundeerde bloed. Dit kan resulteren in een ernstige en mogelijk levensbedreigende situatie. Een verwoestende vorm van allo-immunisatie is de vertraagde hemolytische transfusiereactie (DHTR), die vaker voorkomt bij patiënten met SCD. In sommige gevallen kunnen bepaalde combinaties van allo-antilichamen het bijna onmogelijk maken om compatibel bloed te vinden voor toekomstige transfusies. Om allo-immunisatie te voorkomen, moeten de bloedgroepen van de ontvanger en de donor optimaal worden gematcht.
Bij de Nederlandse Kaukasische patiëntengroep ligt de cumulatieve incidentie van allo-immunisatie op 2-5%. Helaas is de incidentie van allo-immunisatie veel hoger bij transfusieontvangers uit etnische minderheidsgroepen, vooral bij patiënten van Afrikaanse afkomst die bloed ontvangen van Kaukasische donoren. Dit komt doordat er aanzienlijke verschillen zijn in rode bloedcelantigenen tussen deze twee etnische groepen. Bovendien wordt het risico op allo-immunisatie bij SCD-patiënten nog verder verhoogd door de chronische pro-inflammatoire toestand die wordt veroorzaakt door hemolytische anemie en terugkerende ischemie-reperfusieschade.
Om dit risico te beperken, moeten we de etnische mismatch tussen Kaukasische donoren en ontvangers van Afrikaanse afkomst aanpakken. Het huidige tekort aan donoren uit etnische minderheidsgroepen, en met name donoren van Afrikaanse afkomst, moet dringend worden aangepakt.
"}}Bekijk de actuele Donorstudies: Donor Behavior
- Van uitstel komt afstel?
Als donor is het mogelijk dat je een keer wordt uitgesteld als je wilt komen doneren. Bijvoorbeeld omdat je een te lage hemoglobinewaarde hebt, omdat je pasgeleden op reis bent geweest of omdat je recent een tatoeage hebt laten zetten. Een deel van de donors die op de bloedbanklocatie uitgesteld wordt, komt niet meer terug om opnieuw te doneren. Uit ons onderzoek bleek dat vooral nieuwe en gereactiveerde donors vaker niet meer terugkwamen, terwijl zij ook al een groter risico hadden om uitgesteld te worden (Spekman, Van Tilburg & Merz, 2019). In een poging om de uitstel-ervaring minder onprettig te maken (en zo uitval van donors te voorkomen), deden we daarnaast een grootschalig veldonderzoek waarbij we verschillende methodes uitprobeerden om uitgestelde donors te motiveren om terug te komen (Spekman, Van Tilburg, & Merz, 2022).
De resultaten daarvan lieten zien dat het aanbieden van een alternatieve goede daad (zoals een kaartje schrijven voor een patiënt, of het invullen van een vragenlijst om Sanquin meer inzicht in haar donors te geven) niet leidde tot een hogere terugkeer. Tegelijkertijd vonden we wél een hogere terugkeer bij de groep donors die na uitstel een folder kreeg met daarin uitleg over het nut van uitstel voor zowel de patiënt als de donor zelf. Soortgelijke bevindingen komen ook naar voren uit ander onderzoek. Sanquin zou er – met het oog op donorbehoud – dus goed aan doen om meer aandacht te geven aan donors die een uitstel krijgen, vooral als dit uitstel op de bloedbank- locatie plaatsvindt.
Meer weten over dit project en soortgelijke projecten? Bezoek dan eens de Donor Research website: www.donor-research.org
- DONORS
Waarom helpen mensen vreemden terwijl het henzelf iets kost, bijvoorbeeld met het doneren van bloed? Onderzoek dat hiernaar gedaan is, is tegenstrijdig, versplinterd over verschillende disciplines, beperkt tot onderzoek binnen één land en houdt geen rekening met het dynamische karakter van pro-sociaal gedrag. Het DONORS-project heeft een model ontwikkeld wat wel rekening houdt met deze elementen.
Meer informatie over dit project kan gevonden worden op www.donor-research.org
- Plasma Only Please
In 2020 opende Sanquin in Utrecht een donatiecentrum waar alleen plasma gedoneerd kan worden: de Powerbank. Omdat de Powerbank door Sanquin gebruikt wordt als proeftuin voor het efficiënter en donor- vriendelijker inzamelen van plasma, is het mogelijk dat de ervaring van donors bij de Powerbank anders is dan plasmadonors bij andere bloedbanken. In het POP-project evalueerden we hoe donors de Powerbank ervaren, of er verschillen zijn tussen Powerbank-donors en plasmadonors van andere donatiecentra, en welk effect het Donordruppels-spaarprogramma heeft op hun donatiegedrag.
Voor meer informatie over dit en soortgelijke projecten, check de website www.donor-research.org
- Donorcommunicatie en sociale media
Om ervoor te zorgen dat er voldoende bloed in Nederland beschikbaar is, maakt Sanquin steeds meer gebruik van sociale media voor het communiceren met en het werven en behouden van donors. In dit project hebben we onder andere een analyse gedaan van barrières om te doneren die op social media besproken worden. Daarnaast hebben we getest op het volgen van Sanquin op Facebook donor carrières positief kan beïnvloeden.
- SUPPLY
Veel landen in Europa, waaronder ook Nederland, zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van medicijnen gemaakt uit plasma uit het buitenland (voornamelijk uit Noord-Amerika). Om op de lange termijn te zorgen dat we in Europa voldoende aanbod van medicatie gemaakt uit plasma hebben, moeten we zorgen dat we binnen Europa meer plasma inzamelen. Het doel van het SUPPLY project is dan ook om de inzameling van (non-profit) plasma-inzamelaars in de EU te verhogen, terwijl we tegelijkertijd zorg dragen voor de gezondheid van de plasmadonor en er een optimale beschikbaarheid is van plasma-gebaseerde medicatie voor patiënten binnen de EU die dit nodig hebben. Donorstudies is betrokken bij twee deelprojecten van SUPPLY. Het ene deelproject gaat over de werving en behoud van plasmadonors. Binnen dit deelproject worden antwoorden gezocht op vragen als “Hoe kunnen bloedbanken in de EU het beste communiceren met potentiële donors?” en “Welke strategie werkt het beste om te zorgen dat plasmadonors terug blijven komen om te doneren?”.
Het andere deelproject gaat over het beschermen van de gezondheid van de donors. Zo wordt er bijvoorbeeld gekeken naar welke maatregelen bloedbanken uit verschillende landen nu al nemen om de donorgezondheid te beschermen om zo van elkaar te leren. Daarnaast wordt er ook gekeken naar de effecten van het doneren zelf op de gezondheid van de donor, zodat donors niet overvraagd worden.
- Systematic review: https://doi.org/10.1016/j.tmrv.2024.150851
- Commentary: https://doi.org/10.1111/trf.17601
- Scoping review: https://doi.org/10.1111/vox.13544
- TRACER
Met als doel grote verbeteringen te brengen in het leven van patiënten en families die getroffen zijn door sikkelcelanemie en Diamond-Blackfan anemie syndroom, ontwikkelt het TRACER-consortium innovatieve celtherapieën met curatief potentieel. Het ontwikkelen van dergelijke celtherapieën is afhankelijk van de donatie van bloed van zowel gezonde donoren als van getroffen patiënten. Hun donaties worden gebruikt om geïnduceerde pluripotente stamcellen (iPSCs) te produceren.
Het implementeren van dergelijke therapieën brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee, niet alleen richting individuele donoren van cellen (of cellijnen) en patiënten, maar ook richting de samenleving als geheel. In lijn met de vereisten van Responsible Research & Innovation (RR&I), introduceren we een ethisch raamwerk gebaseerd op vier criteria om het werk van ons consortium te begeleiden: Beschikbaarheid, Aanvaardbaarheid, Toegankelijkheid en Betaalbaarheid (het 4A-raamwerk).
Ons RR&I werkpakket legt de verbinding met alle relevante belanghebbenden: de consortiumpartners die de therapieën eerst beschikbaar moeten maken; de patiënten, hun families, patiëntenorganisaties en de cel-donoren voor wie de opties aanvaardbaar moeten zijn; de clinici en zorgorganisaties voor wie de therapieën toegankelijk moeten worden; en de partijen betrokken bij besluitvorming in het zorgbeleid en de wetgeving voor wie de therapieën betaalbaar en legaal moeten zijn
- Learning to Donate
Niet alleen in Nederland, maar ook in veel andere Europese landen, vergrijst de algemene bevolking. Dit betekent dat in de toekomst meer mensen bloedproducten nodig zullen hebben als onderdeel van hun medische behandelingen. Daarnaast is er een dringende behoefte om onze donorbasis te diversifiëren door meer mensen uit etnische minderheidsgroepen aan te trekken. De huidige donorbasis weerspiegelt onvoldoende de etnische diversiteit van de bevolking. Een etnisch representatieve bloeddonorbasis is van vitaal belang voor zorgverleners om een effectieve matching tussen donoren en ontvangers te kunnen waarborgen. Bovendien staan we zowel op lokaal niveau (Nederland) als op Europees niveau voor een tekort aan plasma. Hoe kunnen we zorgen voor een stabiele, representatieve en duurzame bloed- en plasmadonorbasis?
Een van de belangrijkste obstakels die mensen tegenkomen bij het doneren van bloedproducten is een gebrek aan bewustzijn. Dit betekent dat mensen geen bloed of plasma doneren omdat ze niet weten dat hun donatie nodig is, of
bijvoorbeeld niet weten wat plasma precies is. Daarom richten we ons in het "Learning to Donate" (Learn-Do) project op het bestuderen van hoe mensen leren doneren, en we ontwikkelen en testen interventies die gericht zijn op het vergroten van kennis over bloed- en plasmadonatie.Voor meer informatie over dit project, bezoek https://www.donor-research.org
- IDEAL
Bloedtransfusies zijn een belangrijke therapie bij de behandeling en preventie van complicaties bij patiënten met sikkelcelziekte (SCD) en thalassemie. Echter, deze transfusies kunnen leiden tot een probleem genaamd allo-immunisatie,
waarbij het immuunsysteem van de patiënt reageert op het getransfundeerde bloed. Dit kan resulteren in een ernstige en mogelijk levensbedreigende situatie. Een verwoestende vorm van allo-immunisatie is de vertraagde hemolytische transfusiereactie (DHTR), die vaker voorkomt bij patiënten met SCD. In sommige gevallen kunnen bepaalde combinaties van allo-antilichamen het bijna onmogelijk maken om compatibel bloed te vinden voor toekomstige transfusies. Om allo-immunisatie te voorkomen, moeten de bloedgroepen van de ontvanger en de donor optimaal worden gematcht.Bij de Nederlandse Kaukasische patiëntengroep ligt de cumulatieve incidentie van allo-immunisatie op 2-5%. Helaas is de incidentie van allo-immunisatie veel hoger bij transfusieontvangers uit etnische minderheidsgroepen, vooral bij patiënten van Afrikaanse afkomst die bloed ontvangen van Kaukasische donoren. Dit komt doordat er aanzienlijke verschillen zijn in rode bloedcelantigenen tussen deze twee etnische groepen. Bovendien wordt het risico op allo-immunisatie bij SCD-patiënten nog verder verhoogd door de chronische pro-inflammatoire toestand die wordt veroorzaakt door hemolytische anemie en terugkerende ischemie-reperfusieschade.
Om dit risico te beperken, moeten we de etnische mismatch tussen Kaukasische donoren en ontvangers van Afrikaanse afkomst aanpakken. Het huidige tekort aan donoren uit etnische minderheidsgroepen, en met name donoren van Afrikaanse afkomst, moet dringend worden aangepakt.
Tijdens het doneren kan het voorkomen dat je je licht in je hoofd gaat voelen, duizelig wordt, of zelfs flauwvalt. Zonder dat we het doorhebben, zorgt ons brein voor stressreacties bij het zien van een naald of bloed. Serious games kunnen hiervoor een oplossing zijn. Door middel van een warmtecamera kunnen lichamelijke reacties worden omgezet naar spelelementen. Op deze manier kunnen je hersenen leren zich te beheersen, waardoor stressreacties kunnen worden voorkomen.
"}}Bekijk de actuele Donorstudies: Donor Cognition
- FAINT
Tijdens het doneren kan het voorkomen dat je je licht in je hoofd gaat voelen, duizelig wordt, of zelfs flauwvalt. Zonder dat we het doorhebben, zorgt ons brein voor stressreacties bij het zien van een naald of bloed. Serious games kunnen hiervoor een oplossing zijn. Door middel van een warmtecamera kunnen lichamelijke reacties worden omgezet naar spelelementen. Op deze manier kunnen je hersenen leren zich te beheersen, waardoor stressreacties kunnen worden voorkomen.
Donors worden afgewezen wanneer hun hemoglobine (Hb) waarden onder de vereiste drempel vallen. Deze Hb-waarden worden voornamelijk bepaald met behulp van capillaire vingerpriktesten, die bekend staan om hun aanzienlijke variatie veroorzaakt door het meetproces. Naast deze meetvariatie is er ook natuurlijke biologische variatie die de Hb-waarde beïnvloedt, welke wordt gebruikt om de geschiktheid van de donor te bepalen. Om het donor management te verbeteren, is het essentieel om deze biologische variatie bij donors te begrijpen voor een accurate interpretatie van Hb-testresultaten. We streven ernaar om de precisie en nauwkeurigheid van zowel de huidige als nieuwe Hb-meetmethoden te kwantificeren. Terwijl de huidige methoden een vingerprik of venapunctie vereisen, worden twee nieuwe non-invasieve methoden — nagelscan en retinascan — geëvalueerd. Door aanvullende data te verzamelen over verschillende meetmethoden van een geselecteerde groep donors, kunnen we de beste Hb-meetmethoden vaststellen. Daarnaast zal het herstel van donors worden gemeten en gemodelleerd om geïndividualiseerde donor management strategieën te ontwikkelen.
"}},{ "@type": "Question","name": "PRIMA","acceptedAnswer": {"@type": "Answer","text": "Lage ijzerwaarden zijn schadelijk voor je gezondheid en mogelijk zelfs voor je cognitief en mentaal welzijn. Omdat de tests voor ijzerwaarden invasief en duur zijn, ontbreekt het aan grootschalige en kwalitatieve gegevens over hoe ijzer je welzijn beïnvloedt. Daarnaast laten kleine studies zien dat de kleur van je nagels mogelijk ook kan worden gebruikt om ijzerwaarden te analyseren. In dit project zullen we hemoglobinewaarden, nagelbeelden, cognitieve functies en gegevens over depressieve symptomen verzamelen van een grote, heterogene en gezonde steekproef. Vervolgens ontwikkelen we een prototype van een door kunstmatige intelligentie aangedreven app die ijzerwaarden kan beoordelen aan de hand van foto's die met je smartphone zijn genomen.
"}}Bekijk de actuele Donorstudies: TTA
- OPTIMAS
Donors worden afgewezen wanneer hun hemoglobine (Hb) waarden onder de vereiste drempel vallen. Deze Hb-waarden worden voornamelijk bepaald met behulp van capillaire vingerpriktesten, die bekend staan om hun aanzienlijke variatie veroorzaakt door het meetproces. Naast deze meetvariatie is er ook natuurlijke biologische variatie die de Hb-waarde beïnvloedt, welke wordt gebruikt om de geschiktheid van de donor te bepalen. Om het donor management te verbeteren, is het essentieel om deze biologische variatie bij donors te begrijpen voor een accurate interpretatie van Hb-testresultaten. We streven ernaar om de precisie en nauwkeurigheid van zowel de huidige als nieuwe Hb-meetmethoden te kwantificeren. Terwijl de huidige methoden een vingerprik of venapunctie vereisen, worden twee nieuwe non-invasieve methoden — nagelscan en retinascan — geëvalueerd. Door aanvullende data te verzamelen over verschillende meetmethoden van een geselecteerde groep donors, kunnen we de beste Hb-meetmethoden vaststellen. Daarnaast zal het herstel van donors worden gemeten en gemodelleerd om geïndividualiseerde donor management strategieën te ontwikkelen.
- PRIMA
Lage ijzerwaarden zijn schadelijk voor je gezondheid en mogelijk zelfs voor je cognitief en mentaal welzijn. Omdat de tests voor ijzerwaarden invasief en duur zijn, ontbreekt het aan grootschalige en kwalitatieve gegevens over hoe ijzer je welzijn beïnvloedt. Daarnaast laten kleine studies zien dat de kleur van je nagels mogelijk ook kan worden gebruikt om ijzerwaarden te analyseren. In dit project zullen we hemoglobinewaarden, nagelbeelden, cognitieve functies en gegevens over depressieve symptomen verzamelen van een grote, heterogene en gezonde steekproef. Vervolgens ontwikkelen we een prototype van een door kunstmatige intelligentie aangedreven app die ijzerwaarden kan beoordelen aan de hand van foto's die met je smartphone zijn genomen.