Ruben werkt op Schiphol als vliegtuigmonteur. Hij is een echte sportieveling. Tot een paar jaar geleden was hij een fanatieke honkballer. Nu is hij vaak te vinden in de sportschool. Op zijn achttiende werd hij direct donor.
Timo is een levensgenieter die freelance werkt als model, dierenoppas en dj. Begin dit jaar stond Timo op de huishoudbeurs. Daar raakte hij in gesprek met een medewerker van het promotieteam van Sanquin. "Tijdens dat gesprek schreef ik me direct in. Als je iemands leven kunt redden, waarom zou je dat dan niet doen?"
T: "Jij hebt ook tattoos! Dan mag je een tijdje geen bloed geven, toch?"
R: "Klopt. Een paar maanden voordat ik achttien werd, liet ik deze tattoo zetten. Ik stond te popelen om voor de eerste keer naar de bloedbank te gaan. Maar toen moest ik dus nog een paar maanden wachten."
T: "Waarom wilde je zo graag bloeddonor worden?"
R: "Mijn vader inspireerde me. Ik mocht vroeger vaak met hem mee naar de bloedbank. Ik besloot al snel dat ik dat later ook wilde. Ik weet nog goed hoe trots ik was toen mijn pa voor de 100e keer ging bloed geven. Maar inmiddels kom ik zelf ook al in die richting. De tijd vliegt."
T: "Hoe was de eerste keer bloed geven voor jou?"
R: "Ik wist niet wat ik kon verwachten. Dat vond ik wel spannend. Maar ik ben iemand die het dan maar gewoon op me af laat komen. Gelukkig viel het reuze mee."
T: "Ben je wel eens opgeroepen voor een dringende situatie?"
R: "Ikzelf niet. Mijn vader wel twee keer. Ze belden hem en vroegen: “We hebben je bloed met spoed nodig. Kun je nu komen?” Hij liet beide keren alles uit zijn handen vallen en is direct gegaan."
T: "Zou jij dat ook doen?"
R: "Zeker. Het is een kans om een mensenleven te redden. Dat is erg bijzonder."
T: "Heb je wel eens ergens last van gehad?"
R: "Last vind ik een te groot woord. Ik heb een tijdje bloedplasma gegeven. Toen voelde ik telkens een gekke tinteling in mijn lip. Maar dan gaf de medewerker me chocomel en dan trok het weer weg."
T: "Eh … Je zegt bloedplasma. Wat bedoel je daarmee?"
R: "Nieuwe donors worden in eerste instantie altijd bloeddonors. Dit betekent dat je een halve liter bloed afgeeft. Dat is dan alles. Na een tijdje kun je ook plasma geven. Dat heb ik ook een tijdje gedaan. Dan scheiden ze je plasma en je bloedcellen van elkaar met een centrifuge. Vervolgens krijg je je bloedcellen via hetzelfde slangetje weer terug."
T: "Waarom ben je daar weer mee gestopt?"
R: "Het duurt langer. Bij mij duurde het ongeveer drie kwartier, terwijl bloed geven maar acht minuten duurt. Ik vind het leuk om mijn zoontje mee te nemen. Maar drie kwartier is voor hem te lang."
T: "Maar je bent dus nooit wit weggetrokken?"
R: "Als bloeddonor werd ik slechts een keer een beetje dizzy. Maar ook toen werd ik goed geholpen. Op zo’n moment merk je dat het echte professionals zijn. Ze weten precies wat ze moeten doen."
T: "Ik volg een dieet. Denk je dat ik sneller duizelig word?"
R: "Iedereen reageert er anders op. Hoe je reageert, hangt af van heel veel verschillende zaken. Voeding is inderdaad een van die zaken. Sanquin adviseert je om goed te eten voordat je gaat geven. Dat zou ik in jouw geval zeker doen, omdat je tenger bent. Maar verder moet je het echt zelf ondervinden."
T: "Denk je dat het mogelijk is om de eerste keer wat minder bloed te geven?"
R: "Nee, dat kan niet. Je kunt alleen een halve liter bloed geven."
T: "Heb je nog een tip voor me?"
R: "Maak je niet druk. En als je duizelig wordt: blijf rustig. Denk aan andere dingen. Dan gaat het vanzelf weer weg. Ik ben nu trouwens wel benieuwd. Laat je me weten hoe het is gegaan?"
T: "Haha, tuurlijk!"