Er is een klein verschil in de regels voor plasma- en bloeddonatie. Na een bezoek aan een malariagebied kun je als bloeddonor 6 maanden niet doneren, terwijl het uitstel voor plasma minder is, namelijk 28 dagen. Bij de bloedbank doen we nog een laatste check om te kijken of je plasma mag doneren. Zo wordt er gekeken of je aders goed te prikken zijn. Verder zijn alle donatie-eisen hetzelfde.
Mogelijke bijwerkingen plasmadonatie
Tinteling of misselijkheid - Je kunt tijdens de donatie tintelingen rond je mond voelen of misselijk worden. Dit komt gelukkig bijna nooit voor maar als je dit voelt aankomen, laat het dan de medewerker bij de bloedbank weten.
Grotere kans op een blauwe plek - De kans op een blauwe plek op de plaats waar je bent geprikt, is iets groter bij plasmadonatie dan bij bloeddonatie. Dit komt door de langere afnametijd en het teruggeven van de bloedcellen.
Kans op littekenvorming - Sommige plasmadonors krijgen na jaren doneren littekens in de elleboogplooi. Het prikken van een ader wordt dan lastiger. Onze medewerkers van de bloedbank houden dit in de gaten.