Sanquin meet ook specifieke IgM antistoffen, die komen bij een infectie als eerste op en verdwijnen snel weer. Daarmee geven ze een goede indicatie van aantallen recente besmettingen. Het aandeel van donors met IgM blijft stabiel sinds december. Dat betekent dat ongeveer evenveel donors recentelijk zijn geïnfecteerd als wat langer geleden. Dit suggereert een relatief stabiele hoeveelheid nieuwe infecties.
Let wel: omdat donors pas mogen doneren als zij minimaal twee weken klachtenvrij zijn, lopen deze getallen altijd achter op de actuele infectiecijfers.
De door Sanquin gehanteerde test meet ook nog steeds antistoffen die tijdens de eerste golf zijn ontstaan. Dat maakt dat de stijging van antistoffen sinds het begin van de uitbraak goed kan worden gerapporteerd.
De verwachting is dat in de komende tijd het overzicht minder eenduidig wordt. Naast de echte infecties gaat ook vaccinatie bijdragen aan het aantal donors met antistoffen tegen corona. Daarom bereidt Sanquin Research op dit moment een uitbreiding van de studie voor: met een aanvullende test wordt bepaald hoeveel donors een infectie hebben doorgemaakt, en hoeveel zijn gevaccineerd.
Onderstaand overzicht geeft de maandelijkse verdeling van de aangetroffen antistoffen over Nederland na verloop van tijd.
Wekelijks onderzoekt Sanquins VAP-studie een steekproef van ongeveer 2.000 plasmadonors op antistoffen, in aanvulling op het onderzoek dat het RIVM naar antistoffen doet. Het meten van antistoffen bij donors geeft inzicht in de verspreiding van COVID-19 over Nederland.