Jongeren vaker besmet dan ouderen

Sanquins onderzoek laat een toenemende kloof zien: jongere mensen zijn aanzienlijk vaker in aanraking gekomen met Covid-19 dan oudere mensen. Deze getallen komen uit Sanquins lopende Vinger aan de Pols studie (en Sanquins eerder onderzoek tijdens de eerste golf) die wekelijks onder 2000 donors wordt uitgevoerd. Het verschil neemt toe naarmate de leeftijd vordert: antistoffen zijn aangetroffen bij ongeveer 21% van 18-30 jarigen, tegenover 9% bij 70plussers, bijna 2,5x minder.

Het Parool schrijft vandaag over de situatie in de regio Groot Amsterdam, die in grote lijnen vergelijkbaar is met deze Nederlandse uitslagen. In dit artikel vertelt arts-microbioloog Hans Zaaijer (Sanquin, Amsterdam UMC): “Het was te verwachten dat we bij jongeren vaker antistoffen zouden aantreffen dan bij ouderen. Het is te herleiden uit de besmettingscijfers van de GGD. Daarnaast hebben jongeren vaak meer contacten en zijn ze minder bang om geïnfecteerd te raken, omdat besmetting zelden leidt tot ernstige ziekte.”

Tijdens de eerste golf lieten de door corona zwaarst getroffen regio’s ook het vaakst de aanwezigheid van antistoffen in het bloed zien. Nu, een jaar verder, lijken bij de jongste leeftijdsgroep de verschillen tussen regio’s steeds kleiner te worden. In het Parool zegt Zaaijer daarover: “Dat komt waarschijnlijk omdat jong-volwassenen nu overal hetzelfde gedrag vertonen,” aldus Zaaijer. “Het kleine verschil tussen de regio’s noord, midden en zuid komt nog steeds door het verschil in de eerste golf, maar jongeren in het noorden hebben waarschijnlijk een beetje een inhaalslag gemaakt.”

Tekst komt deels uit het interview met Hans Zaaijer in het Parool, geschreven door Jop van Kempen.

09 maart 2021