In 2020 werden in Utrecht en omstreken enkele besmettingen met het Westnijlvirus (WNV) gevonden, veroorzaakt door lokale muggenbeten. Hans Zaaijer, hoofd afdeling Bloedoverdraagbare Infecties bij Sanquin: “Dat was een belangrijk moment voor Sanquin. We hadden het voorzien, al jaren komt tijdens het muggenseizoen dit virus steeds noordelijker in Europa tevoorschijn. Recent had het virus, over de Alpen, Duitsland bereikt. Sanquin heeft daarom de eigen testcapaciteit proactief uitgebreid. Want de meeste mensen hebben geen last van een WNV-infectie, en juist daardoor kan het ongemerkt in het gedoneerde bloed zitten en worden overgedragen. Voor een patiënt die dat bloed ontvangt, kan zo’n infectie heel gevaarlijk zijn. Die moeten we dus op tijd onderscheppen.“
Eén positieve testuitslag
Sanquin Research testte in 2020 en 2021 ruim 75.000 donaties uit Nederlandse risicogebieden op genetisch materiaal van het WNV, maar vond geen infecties. “Eén keer leek een donor besmet.”, voegt Hans Zaaijer toe. “Bij zo’n positieve testuitslag zijn bevestigingstesten nodig, omdat het WNV heel nauw verwant is aan onder andere het Usutuvirus. Dat virus veroorzaakte in 2016-2018 forse sterfte onder merels. Uit aanvullende tests bleek het uiteindelijk toch om een infectie met Usutuvirus te gaan, gelukkig voor mensen niet schadelijk.”
Als op 1 december nog steeds geen nieuwe WNV-besmetting is gevonden bij donors, dan beëindigt Sanquin voor nu deze screening van donors. Volgend muggenseizoen zal deze niet worden hervat. Als op een later moment WNV opnieuw bij mensen opduikt, dan kan Sanquin het testprotocol snel weer opstarten: de apparatuur en ervaring blijven beschikbaar. Daarmee test Sanquin voortdurend in het hele land naar nieuwe virussen en ziekten die schadelijk zijn.
Landelijke onderzoek naar uitbraken
Hans Zaaijer: “Sanquin had zich tijdig voorbereid op een virus dat we zagen aankomen. De ervaring met virusuitbraken en het installeren van de nieuwe testapparatuur helpt ons voor te bereiden op toekomstige virussen. Denk bijvoorbeeld aan ons onderzoek naar Usutuvirus bij donors in 2018 , en aan ons onderzoek rondom Corona, waarbij we landelijke cijfers hebben geleverd over hoeveel donors welke antistoffen hebben. Ook bij dit Westnijlvirus onderzoekt Sanquin bloeddonaties van grote groepen mensen uit getroffen gebied op relevante informatie. De conclusies uit dergelijk onderzoek delen we met relevante partijen zoals de RIVM, en zo dragen we bij aan het snel opsporen van nieuwe uitbraken. Of die nou lokaal of landelijk zijn.“
Over Westnijlvirus
Het Westnijlvirus (WNV) trekt vanuit het zuiden langzaam naar het noorden in Europa. Het is een virus dat via muggen en vogels verspreidt. Ook mensen kunnen door een muggenbeet besmet raken met WNV.
Wanneer mensen besmet raken, worden zij meestal niet ziek. Zo’n 80% krijgt geen klachten, 20% vertoont milde symptomen zoals koorts en griepachtige klachten. Bij minder dan 1% van de gevallen kan een infectie leiden tot ernstige klachten van hersenen en zenuwstelsel. Oudere mensen en mensen met een verminderde weerstand hebben een grotere kans op een ernstiger ziektebeeld.
Als een donor van bloed of ander lichaamsmateriaal een WNV infectie heeft, kan het virus naar de ontvangende patiënt worden overgedragen.