“Antistoffen bij luchtweginfecties nemen doorgaans snel af na verloop van tijd”, verklaart Hans Zaaijer, arts-microbioloog en hoofdonderzoeker bij Sanquin. “Bij eerder onderzoek zagen we al dat ongeveer elke 3 maanden de hoeveelheid anti-COVID-19 antistoffen halveert. Ons meest recente onderzoek onder Nederlandse bloeddonors laat dit ook zien. We hopen dat er een plateau komt, dus dat de antistoffen niet helemáál verdwijnen. Maar die zien we nog niet in de cijfers terug.”
Hans Zaaijer is niet ongerust over dit resultaat uit zijn onderzoek. “We zien zogezegd het aantal klaarstaande ‘soldaatjes’, de antistoffen, afnemen. Maar we kunnen nog niet zeggen wanneer je er te weinig hebt. Want ons onderzoek kan niet laten zien hoe effectief tegen COVID-19 het immuungeheugen is (dat bij een nieuwe infectie heel snel nieuwe antilichamen aanmaakt) of het aangeboren afweersysteem is (dat nieuwe infecties weet tegen te houden via huid, slijmvliezen of lichamelijke flora). Puur op basis van dalende antistoffen is het niet mogelijk te voorspellen of en wanneer we echt significant vatbaarder zijn voor COVID-19.”
Ruwweg 20% van bloeddonors heeft een infectie gehad, en in totaal heeft Sanquin bij 97% van de bloeddonors antistoffen gevonden. De meesten zijn dus gevaccineerd. De daling van antistoffen in het bloed is bij gevaccineerden sterker dan bij bloeddonors die zijn geïnfecteerd geweest. “Maar de overheid is natuurlijk al begonnen met het boosterprogramma”, vult Hans Zaaijer aan. “Volgens mij mooi op tijd, in Nederland zijn de oudsten het eerst gevaccineerd en daar is de terugloop van antistoffen dus al langer gaande. Door nu te boosteren, verwacht ik dat we bij de volgende piek er goed voor staan met een gemiddeld weer gestegen aantal antistoffen.”
Update 22 december 2021
De bijbehorende grafieken zijn opnieuw vormgegeven en bij dit bericht geplaatst. Er is geen wijziging aangebracht in de metingen zelf. De redenen van deze herziening in vormgeving zijn als volgt:
- De nu gebruikte eenheden (BAU) zijn gebaseerd op de breed gebruikte WHO units, namelijk de “Binding Antibody Units”. Dat maakt de data beter vergelijkbaar in het wetenschappelijk veld. Daarvoor hebben we de eerder gebruikte Abbott eenheden omgerekend volgens een door Abbott aangereikte methode (pagina 6).
- Bij de eerdere versie was de Y-as te lang. Daardoor vielen de verschillen tussen metingen weg, en leken titers te hoog. Omdat bij een waarde van 10 BAU/mL in feite een niet bestaande titer aangeeft, is dat nu het begin van de Y-as (genaamd ”neg”).