Zwaailichten, wegpiraten en sneeuwstormen

Je wilt niet weten wat onze chauffeurs meemaken, als ze met spoed bloed brengen naar een patiënt in levensgevaar. 

Je kan er met je verstand niet bij, maar er zijn dus echt weggebruikers die – als ze een wagen van Sanquin met sirene en zwaailicht aan zien komen in hun achteruitkijkspiegel – ervóór gaan rijden en op de rem trappen.

Mike, vroeger zelf chauffeur, inmiddels planner bij de afdeling Transport, heeft het meerdere keren meegemaakt. En dat terwijl die sirene en het zwaailicht aangeven dat hij en zijn collega’s met bloedspoed naar een ziekenhuis moeten, om een leven te redden met donorbloed. A1-ritten heten deze ritten, en de chauffeurs van Sanquin rijden ze vrijwel iedere dag. 

“Mensen beseffen vaak niet waarom wij zo’n haast hebben”, zegt Mike. “Ik werd een keer aangereden door een taxi toen ik bij een ziekenhuis de parkeerrotonde in tegengestelde richting op reed, omdat de doorgang geblokkeerd was. De chauffeur wilde verhaal halen bij mij, maar ik zei tegen hem: ‘Ik ga eerst naar binnen met deze koelbox, want iemand heeft met spoed dit bloed nodig.’ Toen pas zag hij dat mijn auto een zwaailicht had en van Sanquin was, en droop hij af.”  

Binnen 1 uur 

Ziekenhuizen hebben altijd een voorraad bloed klaar liggen, maar soms heeft een patiënt met spoed extra bloed nodig van een bepaalde bloedgroep. Dat kunnen ze dag en nacht aanvragen bij de Uitgifte van Sanquin. De medewerkers daar zoeken de bewuste zak(ken) bloed, stoppen het in een beschermende koelbox die het bloed op de juiste temperatuur houdt en geven het mee aan een chauffeur die inmiddels is opgeroepen. Binnen 1 uur moet die het bloed op de plek van bestemming afleveren. 

Emotionele ontlading 

Dat betekent soms een ietwat ongebruikelijke rijstijl, bekent Mike. “In de stad heb ik wel eens op busbanen of trambanen gereden. En één keer, toen er een gigantische file was op de snelweg, ben ik een naastgelegen fietspad opgereden. Weliswaar reed ik daar heel voorzichtig, maar ik heb het bloed gelukkig op tijd bij het Sophia kinderziekenhuis gekregen. De medewerkers vlogen me om de hals van dankbaarheid dat ik nog op tijd was, want het ging niet goed met het jonge patiëntje. Toen had ik zelf ook wel een emotionele ontlading.” 

Kalme geest 

Mike wil benadrukken dat hij en zijn collega’s zeker geen snelheidsduivels zijn. “Het maakt ook niet veel uit of je 180 rijdt op de snelweg of 120, belangrijker is dat je niet stil komt te staan, in een file of voor een stoplicht. En dat je je hoofd koel houdt. Een kalme geest stuurt beter en maakt betere beslissingen. Natuurlijk voel je de druk dat een patiënt jouw vracht nodig heeft om in leven te blijven. Maar als je je daardoor laat meeslepen, ga je fouten maken. Bovendien vind ik dat je als Sanquin-chauffeur een voorbeeldfunctie hebt. Je moet altijd de wijste zijn.”  

Lachgasballon 

Mike heeft het idee dat het rijgedrag op de Nederlandse wegen door de jaren heen best wel verloederd is. “Soms ben je echt blij dat je heelhuids je bestemming hebt gehaald. Sowieso zijn veel chauffeurs vooral met hun telefoon bezig en letten ze totaal niet op. Je hebt van die weggebruikers die je geen ruimte willen geven. Of ze blijven vlak achter je aan rijden, of trappen zelfs vóór je op de rem. Ik ben ook wel eens ingehaald door gasten die met 200 km per uur voorbij raceten, met een lachgasballon aan hun mond. Onbegrijpelijk.”  

Sneeuwstorm 

Het weer kan ook gevaarlijk zijn. “Ik moest een keer in een sneeuwstorm een spoedrit rijden, van Dordrecht naar Rotterdam. Er was een weerswaarschuwing uitgegaan dat je níet de weg op moest gaan. Maar ja, ik moest toch dat bloed brengen. We hebben eerst de auto moeten uitgraven voor ik weg kon. Ik heb het gehaald in twintig minuten, maar vraag niet hoe: over vluchtstroken en via parkeerplaatsen van tankstations, terwijl mijn sirene en zwaailicht vol met sneeuw zaten. Gelukkig was ik nog op tijd voor de patiënt.” 

Onvermurwbaar 

Na jarenlang zelf op de weg te hebben gereden, is Mike tegenwoordig planner van de ritten. Op drie grote beeldschermen houdt hij alle transporten in de gaten en plant hij nieuwe ritten in. Mist hij de spanning van het chauffeurswerk? “Nee hoor. De eerste tien ritten vind je die spanning nog leuk, maar na de duizendste rit ben je vooral geconcentreerd op heelhuids en op tijd op je bestemming komen. Bovendien kent het planningswerk ook een leuke hectiek. Ik plan voor de zeven uitgiftepunten van Sanquin door heel Nederland de voorraadritten en de losse ritten, waaronder de spoedbestellingen. Voor die laatste houd ik op elke locatie altijd één auto stand-by. Daarin ben ik onvermurwbaar want wij moeten áltijd, op elk moment en elke locatie, bloed kunnen brengen als het nodig is.” 

21 juni 2023