Transfusie moet veilig zijn voor patiënten die er van afhankelijk zijn. Een vanzelfsprekende regel, maar hoe is dat georganiseerd? Volgens arts-microbioloog professor Hans Zaaijer, hoofd van de afdeling Bloedoverdraagbare Infecties bij Sanquin Bloedvoorziening, begint het eenvoudig: “Het gaat om risico’s minimaliseren. Dus we kijken naar hoe gevaarlijk een infectie is, hoe vaak die voorkomt en of er op te testen is. Maar de stappen erna zijn niet altijd intuïtief. Bijvoorbeeld als een test te duur is ten opzichte van wat het oplevert. Of als vragen naar risicogedrag meteen gevolgen heeft voor een deel van de bevolking, wat heel gevoelig kan liggen. En sommige kleine risico’s worden, heel bewust, helemaal niet afgedekt!”
"Het gaat om risico’s minimaliseren. Dus we kijken naar hoe gevaarlijk een infectie is, hoe vaak die voorkomt en of er op te testen is."
Niet alle infecties zijn gelijk
Er komt veel kijken bij bloeddonatie. Elke bloeddonatie wordt gesplitst in drie bestanddelen, elk met eigen vereisten. Virussen mogen hier nooit in zitten, omdat die de bewerking van het bloed kunnen overleven. Dat is gevaarlijk voor de patiënt. “En zo moet je eigenlijk bij alle ziekteverwekkers die opkomen bij Nederlandse donors een aparte afweging maken.”
Research en steekproeven
Bij Sanquin werkt een groep onderzoekers om specifiek die afweging te helpen maken. Zij schatten in wat het risico is van een ziekteverwekker door te kijken hoe vaak deze voor komt, hoe deze zich verspreidt en welk gevolg het kan hebben voor de bloedvoorziening. Literatuurstudie is hierbij belangrijk, maar ook het nemen van steekproeven van bloeddonaties om die te testen op antistoffen of ziekteverwekkers, zoals werd gedaan voor de veroorzaker van Q-koorts (2009) en voor hepatitis E (2012).
Na dergelijk onderzoek wordt dan besloten hoe het risico voor de bloedvoorziening te minimaliseren. Het testen van bloed is een optie. Een andere mogelijkheid is een donor vooraf al uit te stellen voor donatie als er sprake blijkt te zijn van een infectierisico.
Babesia in de duinen
“Neem de Babesia-parasiet, die onlangs voor het eerst inheems, in de duinstreek, een Nederlander heeft geïnfecteerd. Die parasiet gaat in je rode bloedcellen zitten, net zoals malaria. Dat kan heel gemeen zijn als je immuunsysteem niet goed werkt! Maar hoe groot is nou het risico als maar 1 op de 1.000 Nederlandse teken die parasiet draagt? Dan moet je natuurlijk óók gaan kijken naar hoeveel tekenbeten er per jaar plaatsvinden. En wat als Babesia maar in één duingebied in Nederland is te vinden? In zo’n geval kost het veel geld om een screeningstest in te voeren, terwijl er misschien nog maar één enkele Nederlander er mee besmet is geraakt. Is dat de investering waard, als je beseft dat de zorgkosten in Nederland de pan uit rijzen? Die kosten en baten moet je goed afwegen.”
Zeldzaam
In verloop van tijd kan een risico-inschatting ook veranderen. “Sanquin voerde in 1993 een test in voor HTLV, een virus dat leukemie kan veroorzaken. Maar HTLV is zeldzaam en blijkt ook nog eens nauwelijks via bloedtransfusie overgedragen te kunnen worden… Dat geeft een bijna verwaarloosbare kans op besmetting via transfusie. Dus we doen die test sinds 2013 nu nog maar één keer, alleen bij nieuwe donors.”
"Q-koorts in Noord-Brabant. Dat was zo nijpend, dat Sanquin zèlf in recordtijd een eigen test ontwikkelde."
Nieuwe uitbraak
Soms doemen nieuwe ziektes op. Dan is er nog geen test, en is het onbekend wat die infectie betekent voor bloedtransfusies. Zaaijer noemt direct een voorbeeld: “Q-koorts, in Noord-Brabant! Nederland had een unieke en ongekend grote uitbraak. Dat was zo nijpend, dat Sanquin zèlf in recordtijd een eigen test ontwikkelde en inzette. In het hart van de uitbraak bleken 3 van 1000 donaties bevestigd positief voor Q-koorts. Een bekender voorbeeld nog, weliswaar van 40 jaar terug, is natuurlijk hiv. Dat greep als vuur om zich heen, niemand wist hoe precies.
Draconische maatregel
Destijds gaf onderzoek naar hiv-besmettingen in het Westen een opvallend resultaat. “Er lag een duidelijke nadruk binnen één groep, te weten de mannen die seks hebben met andere mannen (MSM). Die werden opvallend vaker besmet.” Dat maakte, al 15 jaar vóórdat Sanquin werd gesticht, de draconische maatregel nodig om alle MSM uit te sluiten voor donatie. “Dat was de snelste maatregel om te nemen, met het grootste resultaat. Bloedbanken wereldwijd namen die regel aan. Want een snelle en betrouwbare test was er nog niet. En er was geen manier om donaties te behandelen tegen hiv.”
Donorbeleid verruimen
In de loop der jaren veranderde hiv van een doodvonnis naar een chronische ziekte. “Bovendien zien we al ruim 10 jaar een daling van het aantal nieuwe hiv-infecties bij MSM. Ook bleek dat de vragenlijst vooraf heel goed hielp met risico’s te verminderen. Dat alles gaf in 2015 voldoende aanleiding om het beleid aan te passen.” Het bleek wereldwijd een gevoelig punt om dit beleid aan te passen. Maar Sanquin nam het voortouw door uitgebreid te bestuderen hoe het donorbeleid verruimd kon worden. Met resultaat. In 2015 was Sanquin Bloedbank één van de eerste organisaties die een einde maakte aan de levenslange uitsluiting van MSM.
Vanaf 2024 iedereen dezelfde criteria
En zo zijn we stapsgewijs beland bij het beëindigen van een beleid dat MSM anders behandelt. Vanaf 2024 maakt het niet meer uit met wie je seks hebt, we vragen alleen nog naar seksueel gedrag met risico op bloedoverdraagbare infecties. En iedereen, man/vrouw en ongeacht met wie de donor een seksuele relatie is aangegaan, wordt volgens dezelfde criteria beoordeeld.”
De komende 25 jaar ook bloedveilig
Medicatie ontwikkelt zich door, natuurlijk. Zaaijer vertelt daarover: “Met de komst van PREP is het aantal hivinfecties sterk afgenomen. Maar zoiets kent ook weer een tegenbeweging: nu de angst voor hiv afneemt, neemt onveilig seksueel gedrag weer toe, zie de toename van chlamydia en gonorroe bij jonge Nederlanders. Een nu onbekend virus zou ineens, net als hiv in de jaren ’80, hard om zich heen kunnen grijpen. De apenpokken was daarvan een voorproefje. Met mogelijke risico’s voor bloedveiligheid.” Scherp blijven, dus. En zoals altijd: blijven evalueren of bestaande maatregelen nog steeds nodig zijn. Zaaijer knikt. “Niets nieuws onder de zon. Zo doen we dat al jaren.”