Forensisch onderzoekers die op de plaats van delict of van een ongeval sporen moeten veiligstellen, hebben voor deze taak een uitgebreide opleiding gevolgd aan de politieacademie in Apeldoorn. Een belangrijk onderdeel van deze training is het bloedsporenonderzoek. Soms is het nodig om daarvoor menselijk bloed in te zetten. Sanquin stelt hiervoor restanten van bloeddonaties beschikbaar die niet geschikt zijn voor transfusie.
De mannen in witte pakken. Iedereen kent ze van misdaadseries zoals CSI, Dexter, Silent Witness, Flikken Maastricht of van het journaal. Zij zijn de forensisch onderzoekers die ter plekke de oorzaken van een misdrijf of een noodlottig ongeval in kaart brengen. Daarvoor doen ze sporenonderzoek gericht op bijvoorbeeld wapens, kogelhulzen, munitie, vingerafdrukken, haren, schoenafdrukken en bandensporen. En uiteraard zijn ook bloedsporen van groot belang. Die kunnen niet alleen een bijdrage leveren aan de reconstructie van het mogelijke delict maar ook leiden naar de dader.
Generalisten en specialisten
De politieacademie in Apeldoorn leidt jaarlijks zo’n tachtig nieuwe forensisch onderzoekers op. Deze opleiding duurt anderhalf jaar. De afgestudeerde generalisten kennen dan de basis van de bloedspooranalyse. Een klein aantal specialiseert zich verder op dit gebied. Lisette Kemperman, coördinator Forensische Opsporing bij de politieacademie, vertelt dat aan deze specialisatie zelfs studenten uit diverse landen meedoen. `Nederland zelf telt in totaal nu ongeveer veertig bloedspoorspecialisten. Om zowel de generalisten als deze specialisten praktijkervaring op te laten doen, moeten we soms met menselijk bloed werken. Dat bloed verkrijgen we dan van Sanquin.’
Rode bietensap en runderbloed
Donorbloed is kostbaar en bedoeld voor patiënten die bloed hard nodig hebben. Sanquin levert de politieacademie dan ook alleen zogenaamde Service-producten (zie kader). Het gaat om restanten bloed die niet geschikt zijn voor toediening aan patiënten maar wel zijn getest op bloedoverdraagbare infectieziekten. Voor de training van forensisch onderzoekers gaat het jaarlijks om 1 liter bloed. Die beperkte hoeveelheid is mogelijk doordat de politieacademie er zelf ook heel zuinig mee omspringt, zegt Kemperman. `Als tijdens de training niet specifiek menselijk bloed nodig is, zoals bij het in beeld brengen van bloedspoorpatronen, dan gebruiken we rode bietensap of runderbloed.’
Glasscherven met bloed
Maar soms is menselijk bloed noodzakelijk voor de training. Kemperman geeft als voorbeeld dat in een van de oefenhuizen in Apeldoorn een woninginbraak wordt nagebootst waarbij een ruit is ingeslagen. `Op een van de glasscherven brengen we dan met een pipetflesje een druppeltje bloed aan. Dat is een van de sporen die de studenten op de juiste wijze met een wattenstaafje veilig moeten stellen. Alleen met menselijk bloed kunnen de testen worden verricht om vast te stellen dat het om bloed van een persoon bevat. Niet ieder rood of zwart vlekje is bloed.’ Bloed blijft volgens Kemperman lang zichtbaar op een plaats delict. `Zelfs als de dader geprobeerd heeft het weg te poetsen, kunnen we met het stofje luminol of met forensisch licht onzichtbare bloedvlekjes toch nog zichtbaar maken. Wil je dat tijdens een training oefenen, dan is het gebruik van bloed natuurlijk onvermijdelijk.’