Professor Hans Zaaijer van Sanquin benadrukt dat de gedaalde antistoffenniveaus niet hoeven te betekenen dat mensen ook weer vatbaar zijn voor het virus. “Het lichaam bouwt tijdens en na zo’n infectie ook immuungeheugen op. Dat betekent, dat bij een nieuwe infectie, het lichaam razendsnel weer antistoffen op kan bouwen. Een virus kan zo alsnog snel opgeruimd worden.” De daling van de antistoffen treedt niet bij iedereen op. Een flink deel van de donors met antistoffen houdt nog steeds een hoog niveau van antistoffen.
De daling betekent wel dat er meer haast zit achter het inzamelen van plasma van genezen COVID-19-patiënten voor het maken van een geneesmiddel. Sanquin zamelt dat plasma in om de antistoffen te kunnen concentreren en zo een geneesmiddel te maken dat (preventief) kan worden ingezet voor kwetsbare mensen. De planning is om dat medicijn dit najaar gereed te hebben.
Sanquin blijft de percentages antistoffen de komende tijd meten. Met het RIVM is afgesproken dat sowieso de rest van 2020 te blijven doen op wekelijkse basis. Zaaijer: “We willen graag weten of de daling doorzet. En door dit onderzoek zien we ook heel snel of het aantal besmettingen weer stijgt, en zo ja: waar.”
Mensen die genezen zijn van COVID-19 kunnen zich bij Sanquin melden als ze plasma willen doneren. Na een keuring wordt hen gevraagd om 4 tot 6 keer antistoffenplasma te doneren. Met dat plasma maakt Sanquin een geneesmiddel.