Nog geen donor? Meld je direct aan!
Als kind vond ze het heel stoer dat haar opa bloeddonor was. Ze was onder de indruk van het speldje dat hij had gekregen na zoveel keer doneren. “Ik word later ook bloeddonor”, besloot de kleine Ingrid. Ze ging studeren in Nijmegen, waar de Bloedbank met de lokale studentenverenigingen samenwerkte om donors te werven. “Vanzelfsprekend meldde ik me meteen aan”, lacht ze. Maar na een paar jaar, op haar 22ste, moest ze al stoppen: ze werd ziek en bleek een zeldzame, erfelijke nierziekte te hebben, het hemolytisch uremisch syndroom (HUS). Bij deze ziekte gaan je rode bloedcellen kapot en krijg je een tekort aan bloedplaatjes. Doordat bloedstolsels vastlopen in de nieren gaat je nierfunctie heel plotseling achteruit.
150 zakken plasma
“De ziekte komt voornamelijk bij jonge kinderen voor, de artsen waren heel verbaasd dat ik dit bleek te hebben”, zegt Ingrid. Het is ook een ernstig ziekte, die dodelijk kan zijn. Ingrid werd opgenomen in het ziekenhuis met een extreem lage Hb-waarde van 3,2. Ze kreeg direct een aantal zakken bloed om aan te sterken. Vervolgens werd ze vijf weken lang in het ziekenhuis gedialyseerd (daarbij neemt een kunstnier tijdelijk de functie van je nieren over). In die periode kreeg ze ter behandeling van haar ziekte maar liefst 150 zakken plasma toegediend ter vervanging van haar eigen plasma.
Grapjes maken
“Dat is ongelooflijk veel ja”, zegt ze. “Ik kreeg elke dag plasma toegediend. Op gegeven moment ging ik maar grapjes maken met de verpleegkundigen, over wat de donor van een zak plasma gegeten zou hebben. Want je ziet aan de kleurverschillen of iemand meer of minder vet heeft gegeten.”
Door de plasmawisselingen ging ze zich steeds beter voelen. Toen Ingrid 10 procent van haar nierfunctie terug had, mocht ze naar huis. “Ik heb nog één keer een terugval gehad, een jaar later. Toen heb ik weer plasma gekregen. Sindsdien gaat het goed met mij.”
Toeval
Vond ze het een raar idee, zo veel plasma ontvangen van onbekende mensen? Ingrid: “Oh nee, ik ben er alleen maar heel erg blij mee. Ik heb mijn leven te danken aan al die donors. Ik heb begrepen dat verschillende plasmadonors in die vijf weken speciaal voor mij zijn opgeroepen. Grappig toeval trouwens: de vrouw van mijn neef is plasmadonor en werd speciaal opgeroepen om te doneren toen ik in het ziekenhuis lag. Dus er is best een kans dat ik haar plasma heb gekregen.”
Dat doe je gewoon
Een aantal jaren na haar ziekte wilde Ingrid graag zelf weer bloeddonor worden. “Maar dat mag ik niet meer, omdat ik een bloedtransfusie heb gehad. Dat vind ik ontzettend jammer. Mijn man zei wel meteen na de afwijzing: ‘Dan ga ík het doen.’ Mijn twee kinderen zijn ook bloeddonor geworden zodra ze 18 werden. ‘Dat doe je gewoon’, dat is het motto in onze familie. Het is zó fijn dat er donors zijn. Dat kan niet vaak genoeg gezegd worden.”