“Via via hoorde ik dat de bloedbank vrijwilligers nodig had”, begint Agnes. “Ik meldde me aan via de website van Sanquin en werd vrijwel meteen gebeld. Of ik de volgende dag al kon beginnen, als triagist.” Het is namelijk ontzettend druk op de afname, terwijl medewerkers en donors juist meer afstand van elkaar moeten houden. Als triagist vangt Agnes de donors op de gang op, vóór ze bij de balie komen. “Ik stel ze twee vragen: of ze zelf de afgelopen veertien dagen last hebben gehad van typische coronaklachten als neusverkoudheid, keelpijn, koorts en hoesten; en of ze een huisgenoot hebben die de afgelopen veertien dagen last heeft gehad van die klachten. Als het antwoord op een van die vragen ja is, dan verzoek ik ze vriendelijk om van donatie af te zien. Dat heb ik een paar keer meegemaakt. Gelukkig hebben de donors begrip voor die strenge selectie, al zijn ze wel teleurgesteld.”
Stoelendans
Agnes: “Als mensen mogen doneren, moeten ze bij mij in de gang wachten vóór ze naar binnen kunnen. Ik probeer het zo aangenaam mogelijk te maken voor de wachtende donors: ik heb een koffiekarretje en wat lekkers geregeld, en houd de sfeer erin met gezellige kletspraatjes. Je moet er wat van maken hè? Sommige donors zeggen ook tegen me: ‘Dit is mijn enige uitje, ik zie verder niemand.’”
Gepaste afstand
Angst voor besmetting heeft Agnes totaal niet. “Ik draag geen mondkapje, dat is mijn eigen keuze. Als fysiotherapeut ben ik gewend om heel hygiënisch te werken en steeds mijn handen te desinfecteren. Iedereen die bij de afname naar binnen gaat, vraag ik ook goed de handen te wassen. Verder houd ik gepaste afstand van de donors en ontsmet ik de stoelen steeds tussendoor. Ik zorg goed voor mezelf, eet gezond en wandel veel. Zodra ik zelf een klacht krijg, meld ik me direct ziek.”
Geboren hulpverlener
Agnes’ eigen fysiotherapiepraktijk moest per half maart dicht vanwege corona. “Ik was een tijdje uit de running geweest door overbelasting en was net bezig om mijn werkuren weer uit te bouwen. En toen kwam die lockdown. Verdorie, dacht ik, ik wil niet wéér thuiszitten. Bij de bloedbank kon ik twee keer per week een dienst van vier uur draaien, dat kwam precies goed uit. Ik geniet ontzettend van dit werk, het is fijn om dienstbaar te zijn. Ik ben een geboren hulpverlener, ik wil mensen helpen. En bij Sanquin kwam ik in een warm bad. De medewerkers zijn zo blij met mij en de andere vrijwilligers. Onze ondersteuning verlicht de werkdruk voor hen. Dat geeft mij weer een goed gevoel. Als je geeft, krijg je ook altijd wat terug.”
Ze heeft net gehoord dat haar fysiotherapiepraktijk gedeeltelijk weer open mag. “Maar ik ga het rustig opbouwen. Het vrijwilligerswerk bij de bloedbank wil ik er voorlopig naast blijven doen. Ik ben hier echt op mijn plek, merk ik.”