Nog geen bloeddonor? Meld je direct aan!
Eerst een kort lesje in bloedgroepen: Op de rode bloedcellen van de mens bevinden zich meer dan 380 structuren, bloedgroepen genaamd. De meest bekende daarvan zijn de bloedgroepen A, B, AB en 0.
Bij een bloedtransfusie wordt daar altijd rekening mee gehouden, omdat je van nature antistoffen hebt tegen de AB0-bloedgroep die bij jou ontbreekt. Zo heeft iemand met bloedgroep A van nature antistoffen tegen bloedgroep B. Deze antistoffen kunnen rode bloedcellen met bloedgroep B afbreken, wat ernstige gezondheidsproblemen kan geven.
Passend bloed vinden
Voor vrijwel alle andere bloedgroepen die je zelf niet hebt, kun je pas antistoffen vormen nadat je ermee in contact bent geweest. Dat gebeurt maar soms, bijvoorbeeld door een bloedtransfusie of door een zwangerschap waarbij je (ongeboren) kind die andere bloedgroep heeft. Bij een volgende bloedtransfusie heb je dan bloed nodig waarop de betreffende bloedgroep afwezig is.
Voor de meeste mensen die een transfusie nodig hebben, lukt het prima om passend bloed te vinden. Maar sommige mensen hebben antistoffen tegen een bloedgroep die bij vrijwel iedereen voorkomt. Een donor vinden die deze bloedgroep mist, kan dan lastig zijn.
Ingewikkelde puzzel
Heeft een zwangere vrouw antistoffen in het bloed, dan kan dit problemen geven bij een eventuele bloedtransfusie, soms ook voor het nog ongeboren kind. Om de antistoffen op te sporen wordt het bloed van elke zwangere in Nederland vóór de 13de week zwangerschap hierop onderzocht. Zitten er inderdaad antistoffen in het bloed, dan zoekt Sanquins afdeling Immunohematologie Diagnostiek uit om welke het precies gaat.
“Dat is veel handwerk”, zegt Jessie Luken, die als transfusiearts op deze afdeling werkt. “We combineren het bloed van de vrouw met rode bloedcellen met verschillende bloedgroepkenmerken, en kijken bij welke kenmerken het bloed gaat klonteren. Dit combineren we vaak met informatie uit genetisch onderzoek naar haar bloedgroepen. Dat kan een behoorlijk ingewikkelde puzzel zijn.
Bovendien maakt de aanstaande moeder soms nieuwe antistoffen erbij tijdens de zwangerschap. We monitoren ook de sterkte van de antistoffen om in te schatten of het kind er ziek van kan worden. Daarom blijven we het bloed van de moeder tijdens de hele zwangerschap in de gaten houden.”
Geschikte donor
Als Jessie en haar collega’s helder hebben welke bloedgroepantistof een probleem vormt, bespreken ze met Fikreta Danovic van de afdeling Transfusiegeneeskunde welke donors geschikt zouden kunnen zijn. Fikreta overlegt ook met de behandelend arts wat het beste beleid voor de moeder is, en of de aanwezige antistoffen gevaar opleveren voor haar kind. Jessie: “Niet alle antistoffen zijn namelijk even gevaarlijk. Maar als het nodig is, zoeken we ook uit welke donor geschikt is voor het kind. Want als het kind ziek wordt door de antistoffen, heeft het ook zeldzaam bloed nodig.”
Uit het hoofd
Een groot voordeel bij het zoeken naar geschikt donorbloed is dat Sanquin haar donorbestand ontzettend goed heeft ‘uitgetypeerd’. “We hebben in ons bestand ongeveer 1.000 donors met heel bijzondere kenmerken qua bloedgroepen”, zegt Fikreta. Jessie: “Fikreta kent ze allemaal uit haar hoofd. Als ik haar vertel dat we bloed nodig hebben vanwege antistof x of y, zegt ze bijvoorbeeld: ‘Oké, daar hebben we 2 donors voor, maar eentje kan wegens ziekte vaak niet doneren.’ Dat is echt ongelooflijk.”
Sanquin Bank of Frozen Blood
Fikreta: “Als er in het donorbestand geen geschikte match zit, kijken we in de Sanquin Bank of Frozen Blood. Daarin ligt een voorraad bevroren rode bloedcellen opgeslagen met zeldzame bloedgroepen. Lukt ook dat niet, dan onderzoeken we of familieleden van de vrouw misschien geschikt zijn als donor. Tot slot is er nog een wereldwijd bestand van donors waarin we kunnen zoeken. Zo hebben we wel eens bloed uit het buitenland laten invliegen omdat we op geen enkele andere manier een geschikte donor konden vinden.”
Speurwerk van levensbelang
Sanquin verzorgt voor gemiddeld 10 zwangeren per jaar op deze manier een preventieve voorraad bloed. Die ligt vaak vanaf de 37ste week van de zwangerschap klaar. In 12% van de gevallen moet het bloed ook daadwerkelijk gebruikt worden. Jessie: “Dat lijkt weinig, maar als een moeder eenmaal bloed nodig heeft bij de bevalling, dan is het ook echt van levensbelang. Met ons gezamenlijke speurwerk naar dit zeldzame donorbloed redden we levens.”
Nieuwsgierig naar meer?
• Een heel bijzonder geval waarvoor Jessie en Fikreta passend bloed hebben gezocht, betreft een jonge vrouw die aan sikkelcelanemie lijdt. Lees haar unieke verhaal.
• Soms wordt een ongeboren kind ernstig ziek door antistoffen die de moeder heeft gevormd tegen de bloedgroep van het kind. Sanquin helpt ook door passend bloed te zoeken voor een bloedtransfusie bij het kind in de baarmoeder. Lees dit boeiende verhaal.