Ook bloed- of plasmadonor worden? Meld je aan!
Al 10 jaar had Guido Donkersloot het idee om na zijn behandeling met immunoglobulinen, antistoffen uit donorplasma, in het ziekenhuis langs te gaan bij donors op de bloedbank. Hij wilde graag dankjewel tegen ze zeggen. Want dankzij donors kan hij veel beter leven met zijn immuunstoornis CVID.
De lente kwam vroeg bij de bloedbank in Alkmaar: op 2 maart stond Guido voor de deur met een grote bos bloemen om alle donors te bedanken voor hun geweldige gift. Guido heeft Common Variable Immunodeficiency Disorder (CVID), een aandoening waarbij je zelf niet of niet genoeg antistoffen aanmaakt. Door het ontbreken van deze eiwitten in je bloedplasma heeft je lichaam geen goede weerstand tegen virussen en bacteriën. Mensen met CVID hebben daardoor vaker infecties, met name van hun keel, neus, oren en darmen en longontstekingen.
Nieuwe blik
“De ziekte kwam bij mij tot uiting rond mijn 20ste”, zegt Guido. “Ik had opeens een oorontsteking. En toen nog een. En nog een. In vier maanden tijd kreeg ik elf oorontstekingen.” Helaas was de ziekte CVID toen nog niet heel bekend en liep Guido de juiste diagnose mis. Maar liefst 15 jaar lang leefde hij met een aaneenschakeling van klachten. “Dan weer een kaakholteontsteking, dan weer een longontsteking. Een griepje draaide bij mij steevast uit op zes weken ziek zijn.” Met enorme ladingen antibiotica werden zijn ontstekingen bestreden. “Ik vroeg wel eens of dat niet slecht was, al die antibiotica. En of er niet iets anders aan de hand was. Maar ‘alles zou vanzelf weer over gaan’ hoorde ik steeds.” Om de zoveel tijd veranderde hij van KNO-arts, voor een nieuwe blik. Uiteindelijk was er eentje die vond dat Guido maar eens een uitgebreid bloedonderzoek moest ondergaan. Binnen drie dagen lag de uitslag er: CVID.
Achterstallig onderhoud
“Het was een enorme schok voor me”, herinnert Guido zich. “Er werd meteen bij gezegd dat ik niet heel oud zou worden. Maar: dat is nu twintig jaar geleden en ik leef nog. En ik kan ook een relatief normaal leven leiden, dankzij donors.” Want zijn behandeling bestaat eruit dat hij de ontbrekende antistoffen per infuus toegediend krijgt, één keer in de drie weken. “Ik ga altijd op een vrijdag naar het ziekenhuis in Alkmaar en lig daar drie uur aan het infuus. Zonder die antistoffen zou ik héél vaak ziek zijn, met continu longontstekingen. Daar slijt je lichaam enorm van. Mijn leven zou sowieso in een veel lagere versnelling staan, misschien zou ik nu al dood zijn.”
Bloemen uitdelen
“Ik heb echt antistoffen van donors nodig. Daar ben ik me heel bewust van. Ik wilde meerdere keren bij de bloedbank binnen stappen nadat ik in het ziekenhuis was geweest. Maar de bloedbank in Alkmaar is altijd dicht op vrijdag. Tot ik een keer op een donderdag in het ziekenhuis moest zijn. Na mijn behandeling heb ik bij de bloemist een grote bos bloemen gekocht en ben die gaan uitdelen op de bloedbank. Iedereen was heel verrast natuurlijk.
Ik ben alle donors persoonlijk langsgegaan en heb tegen iedereen gezegd: ‘Dank u wel dat u hier bent. Dat is heel bijzonder. U hoeft dit niet te doen, maar u houdt mij in leven.’ Ze reageerden heel bescheiden, maar waardeerden het wel erg. De teamleider van de bloedbank vroeg me om een paar weken later, op een open dag, nog eens terug te komen. Dat heb ik natuurlijk gedaan. Ik vertel graag aan mensen hoe belangrijk het werk van donors is.”