Een groep onderzoekers, bestaande uit analisten, promovendi en postdocs, werkt bij Sanquin keihard aan het doorgronden van een ongelooflijk belangrijk cel in het menselijk lichaam. De T-cel is bij het grote publiek vaak onbekend, maar zorgt voor de afweer tegen onder meer virussen. Elk mens heeft T-cellen en ze hebben de afgelopen twee jaar vaak overuren gedraaid tijdens COVID-19-pandemie.
Een handje helpen
Sanquin onderzoekt in welke mate de T-cellen in de strijd tegen ziekten kunnen worden ingezet, zoals bij kanker. Dat is geen eenvoudige klus. “De T-cellen worden niet geactiveerd bij een patiënt of stoppen er vaak na verloop van tijd mee. Zo slagen zij er niet in om de kanker de kop in te drukken”, legt Derk Amsen uit. En dus moeten de cellen wat hulp krijgen. Om die hulp effectief aan het lichaam te kunnen bieden, onderzoekt Sanquin nu welke genetische processen betrokken zijn bij het verlies van T-celactiviteit en hoe ervoor gezorgd kan worden dat die T-cellen actief blijven totdat de kanker helemaal is opgeruimd.
Hoge verwachtingen van T-cellen
Dankzij het onderzoek komt er steeds meer kennis van de T-cellen boven water. Die kennis kan in de toekomst ingezet worden voor toepassingen in de gezondheidszorg. We werken op een breed terrein aan de cellen. Dat doen we onder andere samen met het Nederlands Kanker Instituut (NKI), voor een behandeling van patiënten met melanomen, waar de T-cellen daadwerkelijk een handje worden geholpen. In een trial (TIL genaamd) worden T-cellen die in tumoren zijn gekropen – maar kracht missen op effectief aan te vallen – uit de tumor gehaald en opgekweekt in een lab.
Na het opkweken in het Sanquin-laboratorium voor Celtherapie worden de T-cellen met honderd miljarden tegelijkertijd teruggespoten in de zieke patiënt. Doordat er nu veel meer van de T-cellen in de patiënt aanwezig zijn, slagen die er bij een deel in om de tumoren wél op te ruimen. Bij een melanoom, waar de trial van het NKI zich op richt, krimpen de tumoren bij iets minder dan de helft van de patiënten en bij ongeveer 1 op de 5 verdwijnen de tumoren helemaal. Dat is een gigantische ontwikkeling, wetende dat tot op heden 5 procent van de mensen na 5 jaar nog in leven was bij een uitzaaiing van een melanoom. Met de T-cellen is dat percentage naar 20 procent gestegen. De patiënten blijven bovendien langdurig kankervrij en zijn misschien zelfs genezen.
Longkanker en leukemie
Tot dusver bestaat de rol van Sanquin uit het opkweken van TIL voor een deel van de patiënten die deelnemen aan de trial. Ondertussen werkt Sanquin samen met de artsen van NKI aan een soortgelijke trial voor de behandeling van een ernstige vorm van longkanker (een relatief veel voorkomende vorm van kanker), waar jaarlijks meer dan tienduizend mensen aan overlijden.
Naast de samenwerking met het NKI werkt Sanquin ook nauw samen met het Amsterdam UMC (afdeling hematologie), waar patiënten met leukemie worden behandeld. Sanquin maakt voor de behandeling van deze patiënten bloedstamcellen van donoren gereed voor zogenaamde “allogene stamceltransplantatie”. Dit vindt ook plaats in het Laboratorium voor Celtherapie. Bij deze behandeling wordt geprobeerd om eerst de leukemie met medicijnen te doden. Vervolgens worden de bloedstamcellen van de patiënt (die ook doodgaan bij deze behandeling) vervangen door stamcellen van een gezonde donor. Bij die donorstamcellen, zitten ook T-cellen van de donor. Omdat de patiënt en de stamceldonor verschillen, herkennen die T-cellen de patiënt als ‘vreemd’ en gaan ze cellen van de patiënt aanvallen. Dit lijkt ongewenst - en patiënten kunnen er ook heel ziek van worden - maar het is gebleken dat deze aanval van de T-cellen helpt bij het opruimen van leukemiecellen, die de eerste behandeling met medicijnen hebben overleefd. Een geweldige kans!
In de toekomst verwacht Sanquin nog veel meer resultaten van therapieën met T-cellen. Voor de behandeling van kanker, maar bijvoorbeeld ook voor het onderdrukken van auto-immuunziektes, zoals multiple sclerose, en om afstoting van getransplanteerde organen te voorkomen.
Niet voor het geld of de spotlight
Ook werkt Sanquin samen met het Prinses Maxima Centrum voor het ontwikkelen van T-celtherapieën tegen neuroblastoom, een vorm van kanker die gelukkig niet zo heel vaak voorkomt, maar waar relatief veel patiëntjes aan dood gaan. Ook hier onderzoeken we of het mogelijk is om een therapie met zogenaamde TIL’s op te zetten. Dit is op dit moment nog in een pril stadium.
Een ziekte als neuroblastoom treft enkele tientallen kinderen per jaar. Dat is te weinig om grote financiële winst mee te behalen en om die reden zullen farmaceutische bedrijven niet zo snel investeren in behandelingen voor deze ziekte. Het ontwikkelen van dergelijke behandelingen past in de ogen van Derk heel erg bij Sanquin, een instituut dat bestaat bij de gratie van het idealisme van donors die medemensen willen redden met hun bloed en/of plasma.
Derk: “Ik vind het heel belangrijk dat Sanquin zich ook richt op behandelingen voor vormen van kanker die commercieel niet interessant zijn voor grote farmaceutische bedrijven. Dat laat bij uitstek zien waar onze organisatie voor staat.”
De rol van Sanquin
Derk Amsen kan er uren over praten. Voor hem is het logisch dat Sanquin een van de voortrekkers in Nederland is van onderzoek naar T-cellen, die mogelijk baanbrekend kunnen zijn in de behandeling tegen kankersoorten. “Sanquin is van oudsher gericht geweest op het aanbieden van rode bloedcellen aan patiënten, die daar te weinig van hebben. Daardoor weet Sanquin natuurlijk heel goed hoe je bloedcellen kunt prepareren en in een zakje kunt stoppen om aan patiënten toe te dienen. Het is dan niet zo’n grote stap om naast de rode bloedcellen, ook witte bloedcellen zoals T-cellen te gaan maken voor de behandeling van patiënten, waarbij de eigen witte bloedcellen tekortschieten.”
In het lab van Prof. Dr. Jaap van Buul
Bloedvaten op een chip
Vergelijk het met nieuwe auto’s, je wilt weten hoe ze rijden op de weg.
Op de Powerbank bij Ellen Kloos
De gele turbo in ons lijf
Patiënten rekenen op medicijnen. Plasma in de hoofdrol.