Dat het goed mis was, zagen Christian en zijn collega’s van de afdeling Uitgifte in Maastricht meteen toen ze uit het raam keken. Pal naast hun Sanquin-gebouw lag een bouwplaats waar drie ambulances met zwaailichten stonden, een brandweerwagen en een politiewagen. Een zwaargewonde bouwvakker werd omhoog getakeld uit een diepe bouwput.
Christian van Bogaert, medewerker Uitgifte, herinnert zich nog als de dag van gisteren een ernstig ongeval op een bouwplaats in Maastricht, jaren geleden. “Wij realiseerden ons direct: hier zal veel bloed voor nodig zijn. Binnen 5 minuten hadden we 30 zakken met bloedgroep 0-negatief klaarstaan, want dat kun je in noodgevallen altijd toedienen.”
Die voortvarendheid was niet voor niets: in no time belde het naburige ziekenhuis met een spoedvraag voor zo veel mogelijk zakken van bloedgroep 0-negatief. Christian: “Uiteindelijk hebben we die dag meer dan 70 zakken geleverd voor deze ene patiënt."
Geen eigen bloed meer
Normaliter wordt er na de eerste spoedtoediening met bloedgroep O-negatief in het ziekenhuis een bloedgroepbepaling bij de patiënt gedaan. Dan kunnen de vervolgtransfusies gegeven worden met eenheden van de bloedgroep van de patiënt. “Probleem bij deze patiënt was dat hij niet genoeg eigen bloed meer in zijn lichaam had om die bepaling te doen; hij had alleen nog maar O-negatief donorbloed in zijn lijf. Dus bleef hij O-negatieve rode bloedcellen nodig hebben, naast plasma en bloedplaatjes die het ziekenhuis zelf gelukkig nog op voorraad had.”
Foto: In het grijze gebouw rechts was de bloedbank gevestigd. Waar het grote gebouw staat (UM Maastricht), lag de bouwplaats waar het ongeluk gebeurde.
“Er kon nóg een ongeluk gebeuren, en wat als het bloed dan op was?”
Extra donors oproepen
Christian ging bellen naar de andere uitgiftepunten van Sanquin in Nederland, met de vraag hoeveel O-negatief bloed zij konden missen. “Niet alleen voor deze ene patiënt, maar ook voor mogelijk nieuwe patiënten die met spoed O-negatief nodig zouden hebben. Want er kon zo maar nog een ongeluk gebeuren, en wat als het bloed dan op was?” Uit Eindhoven, Nijmegen, Amsterdam en Rotterdam schoten collega’s van andere uitgiftepunten te hulp met extra voorraden rode bloedcellen van bloedgroep O-negatief. Het Donor Service Center ging ook direct donors met bloedgroep O-negatief bellen met de vraag of ze eerder dan gepland naar de bloedbank wilden komen.
Uitzonderlijke hoeveelheid
Christian: “Zo zie je dat één ernstig ongeluk invloed heeft op de hele keten. Uiteindelijk hebben we in de dagen na het ongeluk tussen de 150 en 200 eenheden bloed geleverd voor deze patiënt. Een uitzonderlijke hoeveelheid, dat had ik nog nooit in mijn werk voor de Bloedbank meegemaakt. Onze voorraad was zo goed als leeg. Helaas heeft hij het niet overleefd, lazen we later in de lokale krant. Dat is heel verdrietig. Je weet dat dat erbij hoort bij ons werk: niet iedereen redt het. Toch ben ik blij dat we door onze goede logistieke samenwerking al het benodigde bloed hebben kunnen leveren. En dat hebben we tot nu toe altijd kunnen doen; we hebben gelukkig nog nooit ‘nee’ hoeven verkopen. Ook dankzij onze geweldige donors natuurlijk. Die weten heel goed: als je opgeroepen wordt, ben je echt heel hard nodig.”