Een ijskoude bibliotheek

In ons Laboratorium voor Cryobiologie worden zo’n 600.000 samples van bloedcellen bevroren bewaard.

Weet je waar het pas écht koud is? In de opslag van ons Laboratorium voor Cryobiologie. Hier worden zo’n 600.000 samples van bloedcellen – rode bloedcellen, witte bloedcellen en stamcellen – bevroren bewaard. Dat gebeurt in de damplaag boven vloeibare stikstof, waar een temperatuur van maar liefst -185 °C heerst.

“Wij zijn eigenlijk een soort ijskoude bibliotheek om bloedcellen in op te slaan”, begint Max van Doorn. Hij is analist bij het Laboratorium voor Cryobiologie. “Wij bewaren verschillende soorten cellen in onze biobank. Zo beheren wij de Sanquin Bank of Frozen Blood: een verzameling van zo’n 1.000 eenheden ingevroren rode bloedcellen met verschillende zeldzame bloedgroepen, bedoeld voor patiënten voor wie donors moeilijk te vinden zijn. Soms krijgen we een telefoontje van een ziekenhuis om voor een bepaalde patiënt een eenheid bloed uit onze voorraad te leveren. Dat kan ook midden in de nacht zijn, met spoed. Vandaar dat ons lab hiervoor 24/7 bereikbaar is en wij ook nachtdiensten draaien.”

Ingevroren stamcellen

Max vervolgt: “Ook Sanquins Navelstrengbloedbank is bij ons opgeslagen. Dat is een verzameling gedoneerde stamcellen uit navelstrengbloed voor de behandeling van mensen met ernstige bloedziekten, zoals leukemie. Daarnaast bewaren we in opdracht van het Laboratorium voor Celtherapie stamcellen. Ook deze stamcellen worden ingezet voor de behandeling van ziektes.”

Onderzoeks- en testbloed

Sanquins wetenschappers maken ook graag gebruik van het Lab voor Cryobiologie. Max: “Wij hebben 600.000 ingevroren samples met bloedcellen die onderzoekers gebruiken in hun werk. Een deel is afkomstig van onze bloeddonors. Maar we ontvangen ook van ziekenhuizen bloed voor studies. Uit dat bloed halen we bloedcellen en plasma dat we invriezen. Verder maken onze diagnostiek-collega’s gebruik van onze samples als ze zeldzame bloedgroepen van een patiënt moeten bepalen. We vriezen ook rode bloedcellen in voor de bloedgroepentests die ziekenhuizen gebruiken om gangbare bloedgroepen te bepalen. En ten slotte wordt een deel van de samples gebruikt om kruisproeven te doen: daarbij wordt een beetje van het donorbloed gemengd met het bloed van een patiënt met zeldzame bloedgroepen, om te checken of de bloedcellen goed te combineren zijn.”

“De kwaliteit van de bloedcellen blijft ingevroren heel goed”

Torens en biostaten

De collectie bloedcellen wordt bewaard in 34 ‘biostaten’ die gekoeld worden met vloeibare stikstof. Biostaten zijn grote, ronde metalen opslagvaten waarin metalen cilinders met rode bloedcellen of stamcellen voor transfusie in de damplaag boven de vloeistof staan. Die damplaag heeft een temperatuur van -185 °C.

De biostaten bevatten torens, een soort ladekasten, met in elke lade duizenden rietjes of 100 ampullen gevuld met een kleine hoeveelheid bloedcellen voor onderzoek en tests. Max: “Het oudste sample in de torens stamt uit 1978. De kwaliteit van de ingevroren bloedcellen blijft heel goed.”

“Het oudste sample stamt uit 1978”

Zuurstofniveau

Het is een mysterieus plaatje, de witte stikstofdampen die opstijgen als een van de biostaten geopend wordt om er iets uit te halen. Stikstof verdrukt zuurstof in een ruimte, is dat niet gevaarlijk voor de mensen die er werken? Max: “Ja, maar we ventileren de ruimte heel goed en we hebben overal sensors hangen die het zuurstofniveau meten. Wordt het niveau te laag, dan gaat er een alarm af en moeten wij de ruimte verlaten. Maar dat is nog nooit voorgekomen. Overigens hebben we sinds 2005 een nieuwe methode van invriezen erbij gekregen, waarvoor geen stikstof meer nodig is: grote vrieskasten met een temperatuur van -80 °C. Nieuwe cellen die binnenkomen en niet op -185 °C hoeven te worden bewaard, gaan in deze vrieskasten.”

Pincet met handschoenen

Max en zijn collega’s moeten altijd een veiligheidsbril op en speciale handschoenen aan als ze een ampul of rietje uit de stikstofdampen willen pakken. Voor de rietjes is dat nog een hele uitdaging: die worden met een pincet uit de lade getrokken. “We zijn allemaal getraind in het hanteren van een pincet met handschoenen aan”, lacht Max. Vervolgens moeten de producten ontdooid worden vóór gebruik. De rietjes gaan in een waterbad van 40 °C. De eenheden voor transfusie worden in een speciaal apparaat ontdooid en ‘gewassen’, om de glycerol – het vriesmiddel dat eraan toegevoegd is vóór invriezing – weer te verwijderen. Het kost ongeveer 2 uur om dat bloed te ontdooien en klaar te maken voor verzending.

“Als ik ’s nachts in bed een oproep krijg, weet ik: wellicht help ik nu een leven te redden”

Perfecte combinatie

Het is de afwisseling in werkzaamheden die Max zo leuk vindt aan zijn werkplek. “Ik wil niet de hele dag achter een scherm zitten, maar ook niet de hele dag alleen maar labwerk doen”, zegt hij. “De combinatie op deze afdeling is perfect. Bovendien doe je werk waar je andere mensen mee helpt. Als ik ’s nachts in bed een oproep krijg om naar het lab te komen om een eenheid voor een patiënt te ontdooien, dan weet ik: dit is niet zomaar een vraag. Wellicht help ik nu om een leven te redden.”

16 juli 2024