Bloedbanken leveren een groot assortiment producten aan de ziekenhuizen: niet alleen rode bloedcellen, maar bijvoorbeeld ook bloedplaatjes, bloedplasma of bloed dat op bijzondere wijze is behandeld. Uit onderzoek dat de minister van VWS heeft laten uitvoeren door bureau Plexus, bleek het Nederlandse kostenniveau 7% boven het gemiddelde te liggen.
De kosten die meegerekend worden in de prijs van bloedproducten verschillen echter per land en vormen de verklaring voor prijsverschillen. Zo zit in de Nederlandse prijzen een bijdrage voor wetenschappelijk onderzoek dat in andere landen uit andere bronnen wordt gefinancierd. Daarnaast is belangrijk dat elke donatie wordt getest op bloedoverdraagbare infecties. In Nederland doet Sanquin dit en moet dus de kosten doorberekenen in de prijs. In bijvoorbeeld België wordt het bloed ook getest, maar worden de kosten deels gedragen door een ander instituut en niet verrekend in de prijs van bloed. Spoedvervoer zit in Nederland in de prijs, in de buurlanden niet. Ten slotte heeft Sanquin een actieve medische dienst die bijdraagt aan zuinig bloedgebruik in ziekenhuizen.
Om Europese prijzen van bloedproducten te vergelijken moet worden gekeken naar kostendragers, kwaliteit en service.
Economisch voordeel door zuinig bloedgebruik
Het is relevant om niet alleen te kijken naar de prijs van bloedproducten, maar ook naar de kosten per hoofd van de Nederlandse bevolking voor de bloedvoorziening. Die zijn lager dan het gemiddelde in Europa. Het bloedgebruik in Nederland is ongeveer 40% lager dan in onze buurlanden. Dat is tot stand gekomen door een goede afstemming tussen de ziekenhuizen en Sanquin. Dit past binnen de publieke nutsfunctie van Sanquin. Daarbij past maximalisatie van kwaliteit en veiligheid en niet maximalisatie van omzet en winst. Bloedvoorziening is een voorziening en geen markt. Het is goed voor de patiënt, geruststellend voor donors en profijtelijk voor de ziekenhuizen; immers elk zakje bloed dat ze niet afnemen, betalen ze niet.